Op het moment dat ik dit schrijf, zondag 11 augustus 2024, begin van de middag, begint men zich in Parijs op te maken voor de Apotheose (van het Griekse ἀποθέωσις, van ἀποθεόω/ἀποθεῶ, apotheoo / apotheo, “vergoddelijken”; Latijn: deificatio, “goddelijk maken” was de verheerlijking van een voorwerp tot goddelijk niveau en meer in het algemeen het behandelen van een mens als god. In het Nederlandse taalgebruik wordt dit woord ook wel gebruikt om te verwijzen naar een “schitterend slottoneel van een uitvoering of voorstelling” [Van Dale], meer overdrachtelijk als de climax van een serie gebeurtenissen.).

Daarop vooruitlopend meldde de Volkskrant zondag alvast dat Frankrijk door het weergaloze succes van de spelen zijn zelfvertrouwen, dat het onder president Macron aardig aan het kwijtraken was, weer helemaal heeft herwonnen!

De Olympische Spelen van Parijs 2024 zijn bijna voorbij en aanstaande zondag 11 augustus vindt de Sluitingsceremonie plaats, werd gisteren al gemeld.  Daarover circuleren in cyberspace intussen al weer de nodige indianenverhalen. Net als de startvertoning blijven ze zorgvuldig geheim. Het lijkt minstens zo een unieke nep-esoterische vertoning als de Openingsceremonie op 26-27 juli. En het feest is nog lang niet afgelopen. Van 26 augustus tot 8 september zullen de Paralympics twee weken lang 24/7 alle televisiezenders van de wereld beheersen.

En ook heel mooi: ik heb het voornemen het Olympische Comité een voorstel te doen voor nog een derde categorie: wedstrijdspelen voor mensen waar ik ruim in zou passen: 60 plus zonder maximale leeftijdgrens en meer of minder motorisch zó oud en versleten dat allerlei mantel- en andere soorten permanente zorg en therapie nodig zijn. Dáár ruik ik superzaken!

Ik weet waar ik het over heb. Mijn zoon dr. ir. Stefan Verbrugh heeft het in de laatste stelling van zijn proefschrift perfect samengevat: ‘Wie met twee voeten op de grond blijft staan, komt geen stap vooruit’. Dat is sinds een jaar steeds meer mijn situatie. Adem in, adem uit, even pauze; mijn variant: ene been, andere been, stok.

Een andere fameuze verwijzing is gegeven in het raadsel van de sfinx in de mythe van Oedipus: “Wat heeft ’s morgens vier benen, ’s middags twee en ’s avonds drie?” Het antwoord luidde “de mens”. Met “’s ochtends” worden de eerste levensjaren bedoeld, als men nog kruipt (op 4 benen);  met “’s middags” worden de jaren dat men zelfstandig loopt bedoeld (op 2 benen);  met “’s avonds” worden de jaren bedoeld dat men met een stok loopt (3 benen).

Bij wijze van patent-aanvraag benoem ik dit verhaal als ; De mythe van Strompeltje’.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.