Drie opmerkelijke momenten in de afgelopen weken brachten, helemaal onafhankelijk van elkaar, mij weer eens in het benul hoe taal een levend verschijnsel is.
1
Op ‘de één’ (= eerste pagina) van de NRC van 3 augustus stond een groot artikel over Concertgebouworkest-dirigent Daniele Gatti. In het citaat hieruit heb ik de woorden waar het om gaat KAPITAAL getypt. ‘Opmerkelijk in de verklaring van het orkest is de prominente formulering van de „commotie onder stakeholders in binnen- en buitenland”. Die zin vat goed samen in wat voor krachtenveld een internationaal toporkest als het Concertgebouworkest staat: de publieke opinie van sponsoren en relaties in het buitenland is van levensbelang voor de reputatie en financiering. Een chef van BESPROKEN GEDRAG kan het orkest zich niet veroorloven.’
‘Besproken gedrag’ heb ik nooit eerder gelezen. Het doet me denken aan wat ik 3 februari 2001 in de Z-notities´ van Maarten Huygen onder het kopje ‘Onverdachte hoek’ las: ´Veelgebezigde klassering … : “Hij komt uit onverdachte hoek” … “Verdachte hoek” bestaat ook. Dat wordt nooit hardop gezegd, maar wel gedacht. Wie in de “verdachte hoek” zit, kan een megafoon gebruiken, maar wordt niet gehoord. Irrelevant, het geluid klinkt uit het verkeerde hokje.’
‘Verdachte hoek’ (anno 2001) en ‘besproken gedrag’ (anno 2018): boeiende mix van overeenkomsten en verschillen.
2
‘De afgelopen weken hebben we de klimaatverandering ‘IN HET GEZICHT GEKEKEN’ was (ook op ‘de één’) de kop van ook een groot artikel in de NRC van 8 augustus.
Déze, ‘personificerende’ beeldspraak is niet echt nieuw. Niemand anders dan Trump gebruikte hem op 24 april toen hij bij het bezoek van Macron aan het Witte Huis ook een eerbetoon bracht aan de Franse gendarme Arnaud Beltrame die omgekomen was bij een gijzeling door een moslimterrorist. “Slechts enkele weken geleden hebben we een nieuwe naam toegevoegd aan de lijst met grote helden, die van een moedige Franse politieagent genaamd Arnaud Beltrame”, aldus Trump. “Hij heeft het kwaad in het gezicht gekeken, en geen krimp gegeven.”
Maar voor mij blijft het nieuw om zó quasi-letterlijk-fysiek-concreet te spreken over iets dat je toch niet echt kunt zien, laat staan dat ‘het’ een gezicht zou hebben.
3
Lijkend op en verschillend van de twee vorige voorbeelden is een stukje nieuws van 10 augustus. Ik haal uit Trouw [en heb er verder geen commentaar op]:
‘Rechters zien ze steeds vaker verschijnen: mensen die hun voornaam willen veranderen. Werden er in 2015 nog 503 verzoeken gedaan, dit jaar komt het aantal volgens schatting van de Raad voor de rechtspraak uit op zo’n 580 zaken. Dat is net zoveel als vorig jaar. Je naam officieel wijzigen, dat moet dus via de rechter. Die kijkt vooral naar de motivatie achter het verzoek. Vaak is die persoonlijk. Een naam doet denken aan een nare gebeurtenis of pijnlijke familiegeschiedenis. Of iemand heeft al een bijnaam en besluit die maar officieel te maken. De nieuwe naam moet dan wel aan wat regels voldoen. Een achternaam als Janssen als voornaam mag bijvoorbeeld niet. Ongepaste aanduidingen worden ook afgewezen. Hoewel de procedure vaak schriftelijk verloopt, heeft de aanvrager wel een advocaat nodig die een officieel verzoekschrift indient. Heeft de rechter dan nog vragen, dan kan hij de persoon in kwestie oproepen in de rechtszaal te verschijnen. Waarom er zo’n drempel wordt opgeworpen? Het voorkomt dat de registers van de burgerlijke stand continu worden gewijzigd. De Raad voor de rechtspraak … weet niet waar de stijging van het aantal verzoeken vandaan komt. Iedereen heeft zo zijn eigen reden met een andere naam door het leven te willen. De aanvragen komen uit “alle lagen van de bevolking”’.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
Trackbacks/Pingbacks