Het boek heeft het moeilijk. De ontlezing schrijdt genadeloos voort. Boekhandels worstelen om te kunnen overleven. Intussen spenderen Amsterdamse mega-uitgeverijen in kwaliteitskranten immense bedragen aan paginagrote advertentiebladzijden met juichende teksten over boeken van uitzonderlijk getalenteerde auteurs die ze promoten en verkopen. Af en toe krijg ik een tekst van een van die vele ‘uitzonderlijk getalenteerde’ schrijvers in handen. Ik kan daar dan nooit iets mee. De tekst pakt me niet, roept niets in mij op, spreekt me niet aan. Een eigenaardig, nieuw en verontrustend gevoel van vervreemding walmt op tussen mij en de tekst. Sceptisch als ik van nature ben, vraag ik me dan af of niet de oorzaak van die vervreemding in elk geval voor een deel bij mij ligt. Maar als een boemerang komt die scepsis bij me terug. Dan doet die zich voor als een prille nieuwe mix van vaag vermoeden en zeker weten. Mijn vervreemding komt niet van mij. Met de taal zelf is iets vreemds aan de hand.

Dat ontdek ik dezer dagen bij de lezing van een van de interessantste Nederlandse boeken die ik de laatste jaren in handen kreeg. Het is van Paul van Schilfgaarde en heet ‘Hoe Europa denkt en waarom Azië anders denkt’. Ik kopieer de tekst op de achterflap.

‘De geschiedenis van Europa is een geschiedenis van vrijheid en onafhankelijkheid. Maar ook een van overheersing en onderdrukking. Het een kon niet zonder het ander. Althans in Europa. Azië kent een andere geschiedenis, met andere denkwijzen, andere concepten van waaruit mensen werken, andere overtuigingen en andere belevingen. De voortdurende confrontatie met Europa is een van die ervaringen van Azië. De confrontatie met de islam, die nu een nieuwe fase lijkt in te gaan, heeft het gesprek tussen Azië en Europa zwaar belast. Dit boek laat zien dat Europa door de eeuwen heen heel wat minder tolerant naar andere culturen en geloofsovertuigingen is geweest dan Azië. Het boek is een speurtocht die begint bij Socrates en zijn zoektocht naar het menselijk

De illustratie op de omslag van het boek toont de nauwe doorgang tussen Europa en Azië, waar de hele politieke en theologische geschiedenis van Europa doorheen moest en als gevolg van het optreden van Poetin, nog steeds moet.

De illustratie op de omslag van het boek toont de nauwe doorgang tussen Europa en Azië, waar de hele politieke en theologische geschiedenis van Europa doorheen moest en als gevolg van het optreden van Poetin, nog steeds moet.

geweten. De auteur beschrijft hoe het Europese denken zich in de loop van de eeuwen ontwikkelt en hoe de afstand tot het Aziatische denken steeds groter wordt. En hoe Europa in sommige fasen van haar geschiedenis het gevoel verliest voor wat menselijk geweten is. Het boek roept de lezer op om nieuwe wegen te vinden die het gesprek tussen Europa en Azië weer op gang kunnen brengen. Om te beginnen kunnen we proberen de denkwereld van de ander te leren begrijpen en te respecteren.’

‘Het boek roept op … ‘ claimt deze flaptekst; die claim is terecht. Het boek doet dat daadwerkelijk. Op een uniek indringende wijze beschrijft Van Schilfgaarde in nieuwe woorden de actuele internationale politiek inclusief haar 25 eeuwen oude geschiedenis en haar verwevenheid met religieuze en godsdienstige motieven. Het leest alsof je er zelf al die tijd bij bent geweest en bij betrokken was.

Taal leeft; woorden ontstaan, worden gebruikt, slijten en verdwijnen. De mens is gemakzuchtig. Oude woorden herkauwen en oude riedeltjes opnieuw vertellen is aantrekkelijke business. Als je ‘t effectief doet, kun je veel verdienen – en dáárom gaat het in de cultuur die tegenwoordig door de VVD en de PvdA wordt gepromoot.

Het nieuwe is altijd vreemd, bedreigend, beangstigend. Avant garde verkoopt niet. Dit boek is avant garde pur sang. Het onderwerp en de benadering ervan door de auteur zijn hier en nu brisant actueel. Onbeschaamd promoot ik het hier. Kóóp en lees het! Malpertuis Editions, info@utz.nl, ISBN 978 90 80757752.

De titel van dit stukje is een variant op de titel van een klassieke roman van Louis Couperus (1863-1923), ‘Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan…’(1904).

Hugo Verbrugh