Als raadslid werd je veel gevraagd voor allerlei mooie dingen, zoals begin 1990. Er kwam een plaatsje vrij om huwelijken te sluiten. Ik was al beëdigd in 1981 voor de raad maar als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand werd dat toen ook voor een rechter gedaan.
Als je wilde gaan trouwen ging je eerst naar je stadhuis om de zaken te bespreken, zoals hoe, waar en wanneer je wilde trouwen. Als de papieren in orde waren belde de gemeenteambtenaar mij eerst op en stuurde een briefje of je een huwelijk kon voltrekken.
Na mijn toestemming kreeg ik de huwelijkspapieren van het aanstaande echtpaar, met adres en telefoonnummer. Ik nam dan contact op om te gaan bespreken wat het bruidspaar wilde op hun huwelijksdag.
Op de dag van de voltrekking was ik vroeg op het stadhuis, waar de bode mijn toga en de papieren had klaargelegd. Meestal werden de huwelijken in de Paleiszaal in De Esch voltrokken, een mooie zaal.
Als de gasten en het bruidspaar aanwezig waren, kwam ik met de bode naar binnen. Het was altijd een prachtige en ingetogen plechtigheid met voor alle bruidsparen een eigen verhaal.
Dit blijft je bij, dat merkte ik jaren laten toen ik een bruidegom tegenkwam en hij tegen zijn collega zei, die mevrouw heeft mij toen getrouwd.
Gedicht
Een hart om van te houden
Een hart waar je voor vecht
Een hart om thuis te komen
Een thuis waar voor je vecht
Het klinkt misschien kortzichtig
Met al die inspraak om je heen
Toch is het goed te zeggen
Voor mij is er maar een
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar