Na ons paardenuitstapje vorige week deze keer eens wat serieuzer. Dat moet soms. Op een terras zittend in de binnenstad hadden we het over wat een goed college van een stad moet doen. Voor veiligheid zorgen, ons verdedigen tegen de vijand van buitenaf, zoals het water en andere indringers. En natuurlijk tegen elkaar, zodat we elkaar niets aandoen of elkaars spullen afpakken. Ook veilig over straat kunnen, daar staat B en W voor en daarom mogen auto’s niet te hard rijden en zitten er geen kuilen in de weg. En ‘s avonds moet het ook zo veilig mogelijk zijn, daar is de straatverlichting voor. Toch moet B en W meer doen. Zorgen voor de zwakkere, de oudere en de andere inwoners die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen. En het is verstandig als B en W vaak vertelt wat ze doen, vonden we op ons terras, zodat we trots worden of blijven op onze eigen stad. En B en W moet ook mooie dingen doen, of op zijn minst mogelijk maken, zoals de nieuwe parkeergarage bij metrostation de Kralingse Zoom en de nieuwe inrichting van de Lusthofstraat. Schitterend zien de stoep, de parkeerplaatsen en de weg er daar uit en ik zag, tot mijn grote genoegen, dat de nieuwe winkelruimtes allemaal al verhuurd zijn! Belangrijk, want de middenstand heeft het moeilijk.

Ik hoop dat die winkels goed gaan lopen. ‘Want’, en nu werd het gesprek wat grimmiger , ‘de hoofdtaak van B en W is toch eigenlijk’, zei iemand die hard sprak en fel debatteerde, ‘de hoofdtaak is toch eigenlijk zorgen voor banen voor de burgers en winkels voor het winkelende publiek’. Retorisch is daar zeker wat voor te zeggen en het zijn op dit moment zeker de meest in het oog springende problemen die onze stad heeft: werkloosheid en leegstand van winkels. Hoe krijgen we iedereen aan het werk? Is er nog wel werk? Vernietigen we door onze verduurzaming niet veel werk? Werk dat gebaseerd was op verspilling en bomen die tot in de hemel groeiden? Inmiddels was het terras behoorlijk volgelopen en bemoeide iedereen zich ermee en de discussie werd steeds feller en aan het einde waren we er ook bijna uit. Toen was het sluitingstijd en ging iedereen naar huis.

Eduard Schuringa