De tijden veranderen, wijzelf veranderen, en met ons veranderen onze kenvermogens. En wijzelf en onze tijden veranderen niet gelijkmatig en harmonisch, maar met telkens weer  grotere en kleinere schokken.

Eén zo’n schok, voor zover nu te oordelen een hele grote, deed zich voor op 9 november 2016 omstreeks drie uur ’s ochtends (Nederlandse tijd). Toen werd bewaarheid wat iedereen voor onmogelijk had gehouden. Het ondenkbare bleek niet alleen gedacht te kunnen worden, maar ook gedacht te moeten worden om de simpele reden dat het ook concrete werkelijkheid was geworden. De uitbundigste narcistische grootschreeuwer wereldwijd van deze tijd was in een democratisch proces gekozen in een functie waarin hij de machtigste man ter wereld zou worden.

Sindsdien weten satirici en cartoonisten zich geen raad meer: de werkelijkheid heeft de meest onmogelijke fantasieën ingehaald. Een paar maanden later, wij schrijven intussen half maart, zien wij hem in een Frans satirisch blad toch op een als spotprent bedoelde tekening. Hij is gehuld in de kledij van een Parijse schobbejak anno 1789. Hij staat naast een guillotine, houdt triomfantelijk het hoofd van het Vrijheidsbeeld, dat hij zojuist afgehakt heeft, omhoog. Het volk om hem heen juicht.

Trump en zijn daden en de gevolgen zijn sindsdien dagelijks nieuws. Hier wil ik het alleen over één aspect van dit nieuws hebben: de wetenschap, en in ruimere zin de waarheid. In Nederland verschenen intussen de uitdrukkingen ‘nep-wetenschap’ en ‘alternatieve feiten’  – waardige aanvullingen op de intussen algemeen aanvaarde ‘sjoemelsoftware’.

Internationaal werd ‘post truth‘ het woord van het jaar voor Oxford Dictionaries. In de definitie van het prestigieuze Engelse woordenboek is het een bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar omstandigheden waarin „objectieve feiten minder van invloed zijn op de vorming van de publieke opinie dan een beroep op emotie en persoonlijke overtuigingen.” Het bijna vaste zelfstandig naamwoord erbij is ‘politiek’. Het begrip “post-truth politics” was een term voor specialisten, maar is in de discussie over de Brexit en de Amerikaanse verkiezingscampagne gemeengoed geworden. Het Engels ‘post’ in de term verwijst hierbij niet naar een specifiek later tijdstip, zoals in post-war, maar naar een tijd waarin het bewuste concept „onbelangrijk of irrelevant” is geworden, schrijft Oxford Dictionaries.

In Nederland werd nep-wetenschap op 2 februari 2017  een politiek feit. Toen werd in de Tweede Kamer de motie van de leden Straus en Duisenberg aangenomen: ‘ De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat in het buitenland discussies worden gevoerd over homogeniteit, zelfcensuur en gebrek aan diversiteit in de wetenschap; overwegende dat er altijd plek moet zijn voor het vrije woord in de wetenschap, gedreven door nieuwsgierigheid en waarheidsvinding; van mening dat de vrije wetenschap nooit gehinderd mag worden door verschillen in morele of politieke meningen; verzoekt de regering om, een nadere beschouwing en advies te vragen aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) of zelfcensuur en beperking van diversiteit van perspectieven in de wetenschap in Nederland een rol spelen, en met aanbevelingen te komen hoe te allen tijde het vrije woord binnen de wetenschappelijke waarheidsvinding de ruimte zou moeten krijgen, en gaat over tot de orde van de dag.’

En dan nu een stukje laatste nieuws: op 22 april aanstaande zal wereldwijd een ‘March for Science’ plaatsvinden. De boodschap is: ‘Empirische wetenschap moet het fundament  zijn voor waarheidsvinding. Beleidsmakers die wetenschap afdoen als “ook maar een mening” en die alternatieve feiten omarmen, brengen het democratisch proces in gevaar.

In Nederland demonstreren we op het Museumplein in Amsterdam. Op de website https://www.marchforscience.nl kunt u veel meer informatie vinden.

@sciencemarchnl | facebook.com/ScienceMarchNL

Hugo Verbrugh

Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]