Gedichten kunnen ontroeren. Arie van der Krogt weet dat als geen ander. Deze zanger van Rotterdamse liedjes en schrijver van Atlas Kralingen vertaalde inmiddels al vele honderden gedichten, van de sonnetten van William Shakespeare tot Hip Hopsongs van will.i.am. En niet alleen uit het Engels, maar ook uit het Frans, Duits en Spaans. “Als je weet wat er staat, kun je alles vertalen. De kunst is om er goed Nederlands van te maken, met het juiste rijm en ritme”, aldus Van der Krogt.

De vijfentwintig meest dierbare vertalingen heeft hij nu gebundeld in het boek Verdwijn niet zomaar in de zoete nacht. Alle gedichten zijn te lezen in de oorspronkelijke taal en in de vertaling en aangevuld met een kort bijschrift, soms als verduidelijking en soms met een kleine anekdote. De bijschriften zijn vaak luchtig en dat vormt een welkom tegenwicht tegen de diepzinnige poëzie.

“Toen ik ze had uitgekozen, zag ik opeens de rode draad”, vertelt Van der Krogt. De gedichten gaan vooral over het leven en de dood. De dichters die ik uitkoos geven troost als je dat nodig hebt. Shakespeare geeft aan dat de dood niet het einde is. Hij gaat ervan uit dat zijn sonnetten blijven voortleven na zijn dood. En gelijk had hij! Andere dichters, zoals John Donne en George Herbert halen God erbij om het sterven draaglijk te maken. Rilke pleit voor geduld, terwijl Dylan Thomas oproept om tegen de dood te strijden: “Vecht, vecht tegen het sterven van het licht”.

Deze laatste dichter leverde ook de titel van de bundel: Verdwijn niet zomaar in de zoete nacht. Van der Krogt weet het zeker: dichters kunnen je helpen op momenten dat het nodig is en daarom verdient deze bundel een plaats op je nachtkastje.

De bundel is te koop voor 15 euro in de boekhandel, en zeker die in Kralingen, of via www.dezaakakkerman.nl.


Een voorbeeld uit de bundel ‘Verdwijn niet zomaar in de zoete nacht’:

Christina Rossetti feministe avant la lettre

Dit sonnet maakt deel uit van een krans van veertien sonnetten die in 1881 onder de titel Monna Innominata verscheen. Het is geïnspireerd door de gedichten die Dante schreef aan zijn geliefde Beatrice en die Petrarca adresseerde aan zijn Laura. Elk sonnet begint daarom ook met korte citaatregels van deze twee Italiaanse dichters. Alleen zijn in de sonnetten-cyclus van Christina de rollen omgedraaid: nu schrijft een vrouw aan de man die ze adoreert. In die zin is Christina Rossetti een feministe avant la lettre.

Sonnet II

Era già 1’ora che volge il desio. (Dante)
Ricorro al tempo ch’ io vi vidi prima. (Petrarca)

I wish I could remember that first day,
First hour, first moment of your meeting me,
If bright or dim the season, it might be
Summer or winter for aught I can say;
So unrecorded did it slip away,
So blind was I to see and to foresee,
So dull to mark the budding of my tree
That would not blossom yet for many a May.
If only I could recollect it, such
A day of days! I let it come and go
As traceless as a thaw of bygone snow;
It seem’d to mean so little, meant so much;
If only now I could recall that touch,
First touch of hand in hand—Did one but know!

Sonnet II

Het was het uur waarop het heimwee kwam (Dante)
Zoals de eerste keer dat ik je zag (Petrarca)

Wist ik nog maar die eerste dag met jou,
Dat eerste uur, dat allereerste zien,
En of het lente was of herfst misschien,
En of de lucht toen helder was of grauw.
Hij glipte weg, zo ongemerkt en gauw
Dat ik te traag was om vooruit te zien,
Te blind om ‘t botten van mijn boom te zien
Die pas veel lentes later bloeien zou.
Was die herinnering toch maar mijn deel,
Die dag der dagen! ‘k Liet hem ongeteld,
Zo spoorloos als na dooi een sneeuwlaag smelt;
Het leek zo weinig, maar het bleek zo veel;
Kon ik het nog maar voelen, het fluweel
Van hand in hand – was het me maar voorspeld!

(ingezonden mededeling)


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.