Sinds ongeveer het midden van dit jaar lijkt ‘voltooid leven’ eigenlijk gewoon onderdeel te zijn geworden van het nieuwe normaal. In elk geval is het vanaf de zomer in de media over ‘voltooid leven’ en daaromtrent stil geworden. ‘Is “Voltooid leven” eigenlijk niet al lang feitelijk onderdeel van het nieuwe normaal?’, vroeg ik me opnieuw af toen ik afgelopen donderdag op de eerste bladzij van Trouw dit las (lees eventueel zelf”:
‘Legale stervenshulp verder uit beeld na uitspraak rechter. …’ De rechter verwijst coöperatie Laatste Wil naar de Kamer: een versoepeling van het verbod op hulp bij zelfdoding moet van de politiek komen. … Wie een ander helpt te sterven, bijvoorbeeld door een dodelijk middel te geven, blijft strafbaar (accentuering van mij. HV).
Op dezelfde ochtend schreef ik de redactie een brief met deze 40 woorden als aanhef: ‘Gaarne opname van onderstaande tekst. Het artikel op de voorpagina van 15 december is terminologisch verwarrend. Aan een ander op diens eigen verzoek een dodelijk middel geven is niet stervenshulp maar die ander middelen geven om zelfmoord te plegen.’
Geïnspireerd door eerdere ervaringen met Trouw had ik er aan toegevoegd: Toelichting: (1) Albert Camus schrijft in de aanhef van zijn De mythe van Sisyphus: Er is maar één werkelijk serieus filosofisch probleem: dat van de zelfmoord. Oordelen of het leven wel of niet de moeite waard is om te blijven leven, dat is antwoorden op de fundamentele vraag die de filosofie ons stelt. De rest, of de wereld drie dimensies heeft, of de geest moet worden ingedeeld in negen of twaalf categorieën, dat komt later. Dat is een spel; er moet eerst antwoord worden gegeven. En als het waar is, wat Nietzsche beweert, namelijk dat een filosoof, om serieus genomen te worden, zelf het voorbeeld moet geven, dan begrijpt u wel hoe belangrijk dit antwoord is, want het gaat vooraf aan de beslissende daad. Dat zijn dingen die je gevoelsmatig aanneemt, maar die moeten worden uitgediept om ze helder te maken voor het verstand.
Oftewel: Il n’y a qu’un problème philosophique vraiment sérieux: c’est le suicide. Juger que la vie vaut ou ne vaut pas la peine d’être vécue, c’est répondre à la question fondamentale de la philosophie. Le reste, si le monde a trois dimensions, si l’esprit a neuf ou douze catégories, vient ensuite. Ce sont des jeux ; il faut d’abord répondre. Et s’il est vrai, comme le veut Nietzsche, qu’un philosophe, pour être estimable, doive prêcher d’exemple, on saisit l’importance de cette réponse puis-qu’elle va précéder le geste définitif. Ce sont là des évidences sensibles au coeur, mais qu’il faut approfondir pour les rendre claires à l’esprit. (2) Sterben lernen (lat. ars moriendi) 1. Der Philosoph strebt nach «nichts anderem als nur zu sterben und tot zu sein» (ὅτι οὐδὲν ἄλλο αὐτοὶ ἐπιτηδεύουσιν ἢ ἀποθνῄσκειν τε καὶ τεθνάναι). Mit diesem Satz begründet PLATON eine bis in unsere Zeit dauernde Tradition der freien Aneignung des Todes, der, wie CICERO sie nennt, «commentatio mortis». Das philosophische Sterben bedeutet für PLATON und die Platoniker nicht etwa Selbstmord – denn es wäre unvernünftig, den guten Göttern dieses Lebens vorzeitig zu entlaufen –, sondern es heißt, die Seele von den Sinnen und Begierden des Leibes zu befreien und sie in sich selber zu sammeln, um die reine Erkenntnis der Ideen einzuüben und sich so auf das künftige Leben vorzubereiten. Wenn die Seele sich nicht schon in diesem Leben durch das Denken vom Leibe löst, wird sie nach dem Tode, statt in die Geisterwelt aufzusteigen, als Schatten umherirren und wieder ins Körperliche absinken. (Historisches Wörterbuch der Philosophie: Sterben lernen. HWPh: Historisches Wörterbuch der Philosophie, S. 39826 [vgl. HWPh Bd. 10, S. 129]) Mocht u (wat ik haast niet durf te geloven) besluiten deze hele brief op te nemen, dan zal ik het citaat uit het Historisches Wörterbuch der Philosophie gaarne in het Nederlands vertalen. Ondertekend: dr Hugo S. Verbrugh, universitair hoofddocent toegepaste wetenschapsfilosofie, EUR Faculteit Sociale Wetenschappen, Mecklenburglaan 34, 3062 BK ROTTERDAM, tel. 010 – 452 13 04 (06 – 1985 4537).
Vrijwel per kerende post kreeg ik de volgende reactie: ‘Geachte Hugo Verburg (sic),
‘Inderdaad kunnen we uw brief onmogelijk opnemen, want dit is geen opiniestuk. Daarna stellen we de volgende eisen: Het stuk moet een heldere, liefst verrassende stelling verdedigen, waarmee lezers het eens of oneens kunnen zijn, gebaseerd op frisse argumenten, geschikt voor een breed lezerspubliek. U moet de lezer zien te overtuigen, en wel een zo breed mogelijk publiek. Dat doet u met een feitelijk en logisch valide argumenten, in ófwel 600 woorden, of, in een kortere variant, in 400 woorden. Met vriendelijke groet,
Leonie Breebaart Opinieredactie Trouw’
Vraag aan de lezers van De Ster: hoe maak ik de reactie van Trouw duidelijk dat voor mij (1) het verschil tussen stervenshulp en een ander middelen voor zelfmoord geven een essentiële overtuiging is en (2) het fenomeen ‘overtuging’ een sterke veriant is van het fenomeen ‘opinie’?
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar