‘Iets was anders, maar hij wist niet wàt’. Met die zin begint een stukje innerlijke monoloog van de eerste hoofdpersoon van de roman met de curieuze titel ‘Die Zeit, die Zeit’ (2012) van de Zwitser Martin Suter (1948). Het boek telt bijna 300 bladzijden en gaat over twee mannen die op een merkwaardige, filosofisch en wetenschappelijk serieus bedoelde manier het verleden willen oproepen. Het boek heeft me zó gefascineerd, dat ik er over schrijven wil.

Die eerste hoofdpersoon is een man van omstreeks 40, Peter Taler. Op de eerste bladzijden staat hij voor het raam van zijn flat en kijkt naar de overkant. Daar lijkt al enige tijd iets vreemds aan de hand te zijn, maar hij kan niet ontdekken wat dat is. In de volgende bladzijden krijgen we eerst in stukjes en beetjes informatie over Taler. Hij had eigenlijk toneelspeler willen worden, maar bleek totaal geen talent te hebben. Nu werkt hij als boekhouder bij een groot bedrijf. De rode draad in het verhaal is hoe hij probeert over de dood van zijn vrouw Laura heen te komen. Die is een jaar eerder om raadselachtige redenen voor de deur van hun huis vermoord. Peter voelt zich door triviale omstandigheden indirect medeschuldig dat dat zo gebeurd is.

Daarna krijgen we meer monologen en beschrijvingen van wat Taler denkt en voelt en wordt gaandeweg de plot gepresenteerd. Er blijkt wel degelijk iets veranderd te zijn en de veranderingen gaan door. Taler gaat foto’s nemen en krijgt opeenvolgende beelden van wat er gebeurt. Zijn overbuurman, een ruim 80-jarige man genaamd Knupp, is alsmaar bezig planten en bomen en struiken in zijn voortuin weg te halen en door nieuwe te vervangen. Ook Knupp fotografeert voortdurend. Taler zoekt contact met zijn overbuurman, en dat komt moeizaam tot stand. Tergend langzaam maar tegelijk loei-spannend beschreven ontvouwt zich het vervolg.

Knupp heeft ook zijn vrouw verloren, twintig jaar geleden, en is aanhanger van een secte rond de filosoof Walter Kerbeler die de mystieke leer heeft ontwikkeld waarin wordt onthuld dat de tijd niet bestaat. Door die leer is Knupp nu gaan geloven dat hij het overlijden van zijn vrouw ongedaan zal kunnen maken als het hem lukt alles, helemaal alles in en om zijn huis opnieuw precies zó te maken als het twintig jaar eerder was. Hij weet Taler voor zijn plan te winnen en samen werken ze vele tientallen bladzijden aan de veranderingen die in huis en tuin moeten worden aangebracht om het experiment te laten slagen.

Uniek is de mix van overtuigend gepresenteerde filosofisch-wetenschappelijke precisie van dit werk en het evident onmogelijke, karikatuur- achtige science-fiction karakter ervan. Je leeft als lezer in twee hersenhelften mee. In de ene zie je hoe authentiek realistisch het is, in de andere weet je dat het puur verzinsel is.

Vanaf ongeveer de helft van het boek wordt het steeds dramatischer. Taler en Knupp gaan in zee met een filmproductiemaatschappij die in en rond de huizen alles zo ombouwt als het twintig jaar geleden was. Dat kost een fortuin; Taler pleegt op een onwaarschijnlijk simpele manier bedrog om dat geld beschikbaar te krijgen, de lezer raakt steeds verder in verwarring over wat feit en fictie is.

Martin Suter

De ontknoping is precies zó als de lezer vanaf ongeveer de helft van het boek met steeds grotere zekerheid zag aankomen. Het is allemaal een nachtmerrie van Taler. Dat lijkt een goedkope, banale oplossing, maar door de briljante schrijftechniek van Suter is het dat niet, integedeel. Aan het einde van het boek realiseert de lezer zich dat hijzelf door Suter in een droomstemming, daadwerkelijk in een soort ander bewustzijn is gebracht. Suter heeft de rare filosofie over de niet bestaande tijd waar Knupp in gelooft, praktisch toegepast in de productie van zijn verhaal en verweven in zijn tekst. Wie zelf enige ervaring heeft met dromen, kent het: de tijd loopt daarin vaak heel anders dan in het gewone leven en dingen die in het echt zo zouden kunnen gebeuren zijn onlosmakelijk verhaspeld met onzinnige fictie. In de kunstmatig verfraaide navertelling van Talers droom wordt de lezer in een soort schommelbeweging gebracht tussen twee dimensies: die van de ogenschijnlijk fysieke werkelijkheid en die van de droom van Taler. Een meesterwerk.

Hugo Verbrugh