Als jong meisje was ik niet verlegen, althans in mijn eigen ogen. Nu, achteraf, hoor ik van andere mensen waar ik mee opgroeide dat ze mij juist wel een verlegen meisje vonden. Gek hè, hoe een ander anders tegen iets aankijkt dan jijzelf. Omdat ik een makkelijk kind was, hebben mijn ouders mij heel ‘vrij’ opgevoed. Ik had nergens beperkingen. Ik heb daar geen misbruik van gemaakt. Ik kreeg geen tijd mee als ik ging stappen. Ik was er vroeg bij. Omdat ik oudere nichten had waar ik mee optrok, ga je automatisch daarin mee. Op een gegeven moment, ik denk rond mijn 14de, gingen ook de hormonen met mij op de loop. In die tijd waarin er weinig, in de meeste gevallen helemaal niet, over sex werd gesproken, was het als kind een beetje aanrommelen. Daar ben ik nu een beetje boos over dat niemand je iets vertelde of behoedde voor wat er kon gebeuren. Intuïtief heb ik het goed gedaan maar ik besef dat mijn jeugd ook verkeerd had kunnen aflopen. Dat ik bijvoorbeeld veel te vroeg een kind had kunnen krijgen. Als niemand je vertelt wat de volgende stap in je leven is, dan snap ik dat je als kind er behoorlijk een puinhoop van kan maken. Want waar moet je met je gevoelens terecht?

Het enige dat ik heb meegekregen toen ik voor ‘t eerst menstrueerde was: “Vanaf nu ben je een grote meid. Je moet de jongens ‘hun hand niet in je oog laten stoppen’”. Ik vatte dat letterlijk op. Terwijl de grote mensen van toen daarmee bedoelden: ‘Laat de jongens geen sex met je hebben’. Ik kan daar zo boos over worden. Omdat het een hele belangrijke fase in je leven is. Een belangrijk kruispunt. Oké, ik was van nature al een meisje dat heel goed observeerde. Dus keek ik naar mijn oudere nichten hoe ze omgingen met het fenomeen jongens. Ik luisterde goed naar hun verhalen. Toen het zover was dat ik een jongen ‘leuk vond’, wist ik niet wat ik daarmee moest. Ik hield het voor mezelf. Ik werd wel heel erg blij als hij voorbij liep en lief lachte naar mij. Of ik verzon een reden om langs zijn huis te lopen. Als we oogcontact hadden, kon ik wel een gat in de lucht springen. Zo is dat jaren gegaan. De meeste van mijn vriendinnen hadden een vriendje of waren verliefd. Althans, zo babbelden we erover in de schoolpauzes. De een had met hem ‘geslapen’. Ik dacht echt gewoon naast elkaar geslapen (zonder sex). De ander was met hem naar de bioscoop gegaan. Ik moest ook bluffen, dus jaren heb ik vele verhalen verzonnen. Dat ik met hem was gaan zwemmen, omdat ik hele dagen in het zwembad te vinden was. Dat was op dat moment mijn lievelingssport. Intussen deed ik helemaal niks. Ik was relatief lang en had een zekere wijsheid over me. Waardoor de oudere jongens dachten dat ik al veel verder was. Toen kwamen de feesten. Echt dansen. Ik werd veelvuldig uitgenodigd. Na eerst wat onhandig schuifelen op de dansvloer, werd ik daar ook goed in. Wat ik door had was dat je bij het disco dansen ‘losjes’ danste en bij de soulmuziek, de langzame platen, het om meer ging dan alleen maar dansen. Dan moest je elkaar echt vastpakken en eigenlijk omhelzen. Het kon iemand zijn op wie je stiekem verliefd was. Een mooie gelegenheid om diegene goed vast te pakken. Dan wilde je dat er geen eind kwam aan die plaat (vroeger waren het platen, nu praat men over CD’s).

Zo had je bij ons in het dorp vier heel bekende jongens. Het was belangrijk als een van die jongens met je sprak of rondvertelde dat je een relatie met hem had. Dan wist binnen één minuut het hele dorp dat je het met die guy had. Alle meisjes waren aan het vechten om in gesprek met ze te komen. Er was een bij die ik leuk vond. Altijd als ik voorbij hem liep, zei hij iets tegen mij. Ik lachte dan verlegen. Hij deed het altijd weer. Langzamerhand dacht ik: ‘Wat is dit precies?’ En als er een feest was, nam hij mij altijd de hele avond om te dansen. De groep begon te roepen dat ik een relatie had met hem. Maar wat is een relatie ? Een keer vroeg hij met wie ik naar huis ging. Ik zei: ‘Alleen’. Toen vroeg hij of hij mee mocht lopen. We babbelden over ditjes en datjes. Tijdens het lopen hield hij mijn hand vast. Ik voelde wel een zekere spanning tussen ons. Een spanning die geen woorden kent maar je gewoon meeneemt. Op een gegeven moment was het donker om ons heen. Hij stopte en gaf mij mijn eerste kus. Nadat ik aanvankelijk mijn tong wat onhandig heen en weer had bewogen, voelde ik mij relaxed en het smaakte naar meer. We hebben daar een poos gestaan. Zoals hij naar mij keek, is bijna niet in woorden te omschrijven. Soms zijn woorden overbodig. Toen ook. Je voelt het gewoon. Dit is het. Liefdevol heeft hij mij toen voor de deur van mijn huis afgezet.

Daarna hebben we elkaar alleen maar lief aangekeken op school. We draaiden veel om elkaar heen. Want we hadden het met elkaar (na die kus is dat het logisch gevolg). Op elk feestje nam hij mij om te dansen. Ik keek er zelfs naar uit. Het was een klein dorp, dus op een gegeven moment hoorde ik dat hij met iemand anders had gezoend. Ik dacht: ‘Oké dit is het signaal dat het uit is’. Ik was er zo kapot van, door die ene roddel, dat ik hem niet meer wilde zien, met een boog om hem heen liep. Ik voelde me gekwetst. Ik heb hem een poos gehaat. Dacht dat hij mij had laten zitten. Bijna 35 jaar later kwam ik hem in Nederland toevallig tegen. Ik groette, maakte een luchtig praatje. Toen vertelde hij dat zich gekwetst had gevoeld toen ik niks meer van hem wilde, want hij was verliefd op mij. Ik dacht: ‘Dat kan niet waar zijn.’ Ik geloofde er niks van. We gingen weer ieder onze eigen weg. Tegenwoordig heb je Facebook, waar je elkaar kan ontmoeten en mensen eventueel ook kunt opzoeken die je graag weer wilt zien. Ik kreeg via via te horen dat hij op zoek was naar mij. Ik vond het leuk en dacht: ‘Gewoon om als exdorpsgenoten met elkaar te kletsen’ (naïef). Deze keer was het anders. Hij wilde het onderwerp uit ons verleden naar boven halen. Om de lucht te klaren. Om te weten wat er toen gebeurd was. Waarom ik niks meer van hem wilde weten. Ik ben heel belangrijk voor hem geweest. Maar nog het meest: hij hield nog steeds van dat meisje van toen. Heeft er een gebroken hart aan overgehouden, al die jaren. Ik wilde dat niet geloven. Ik heb voorgesteld om ergens iets te gaan drinken om het uit te praten. Want vroeger werd er niet gepraat. Dus wat in zijn hoofd omging, wist ik niet en omgekeerd. Zo zijn we elkaar misgelopen… Hij verdrietig toen en ik ook (en beiden wisten we niet wat wij ermee moesten). Ik ben blij dat we het hebben uitgesproken, al is dat jaren later. Ik heb mijn excuses aangeboden omdat ik hem onnodig al die jaren met dat verdriet heb laten rondlopen. Het is rechtgezet. Wij zijn nu goede vrienden van elkaar. En kunnen er nu om lachen. Wat ik wil meegeven: Blijf praten! Blijf in gesprek.

Lita Gunther