Wie ook maar een béétje de krant leest, leert elke dag wel wat nieuws. Zodoende leerde ik een week of wat geleden dat aan de Universiteit van Amsterdam een hoogleraar Vaderschap bestaat. De nieuwe leerstoel is een deeltijdaanstelling, haal ik uit de krant. Familiesocioloog Renske Keizer (31) is daar één dag per week; de andere vier dagen werkt ze in de Sociale Faculteit van onze EUR.

Wetenschap over vaderschap … mijn blik gaat even op oneindig. En als vanzelf komt een aanvullend complementair idee bij me op. Als er een wetenschap over vaderschap moest komen, moet er ook een komen over moederschap.

Zo’n idee wordt bij mij direct een gedachtenexperiment, en de eerste invulling is er ook meteen. Als ‘vaderschap’ door een vrouwelijke hoogleraar wordt onderzocht en onderwezen, neemt allicht een manspersoon het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek van het moederschap onder zijn beheer. Naar leeftijd mag in zo’n situatie evenmin gediscr imineerd worden als naar geslacht, dus daar ga ik (tweeënhalf keer zou oud als Renske Keizer en officieel dus al lang achter de geraniums gedumpt): in mijn gedachtenexperiment lanceer ik mijzelf als nieuwe hoogleraar moederschap. En als echte Rotterdammer ontwerp ik op staande voet een concept-beleidsplan. Het verloopt in drie trappen van toenemende diepzinnigheid en wordt echt Rotterdams-nieuw! Hier voel ik mij thuis; als ik niet oppas, my feelings run away with me, gaat mijn enthousiasme met mij aan de haal!

Inspiratie voor de eerste trap vind ik in een bijdrage in het onlangs verschenen boek ‘Komt een filosoof bij de dokter – Denken over filosofie en zorg in de 21 eeuw’. Dat is een doorwrochte eerste inleiding in de filosofie voor werkers in de zorg. Het eerste hoofdstuk daarin gaat over de moeder-vader-relatie in verband met zwangerschap en bevalling. Baanbrekend nieuw maakt de auteur creatief wetenschappelijk-filosofisch gebruik van een aflevering van het tv-programma ‘Proefkonijnen’ van omroepvereniging BNN. Dat wordt geafficheerd als een ‘showprogramma waarin gezocht wordt naar nuchtere antwoorden op rare vragen’, en dat suggereert flauwekul, maar blijkt dus – echt avant garde! – voor wetenschappelijk- filosofisch onderzoek van grote waarde te zijn. Het wordt verzorgd door twee intussen zeer bekend geworden presentatoren, Dennis Storm en Valerio Zeno. In de bedoelde aflevering onderzochten zij de zogeheten couvade, het door de cultureel antropoloog Edward Tylor in 1865 ontdekte fenomeen van de specifieke relatie tussen de zwangere vrouw en de aanstaande vader. Moederschap bestaat niet zonder vaderschap en omgekeerd, en die relatie begint op z’n laatst met de geboorte van hun eerste gezamenlijke kind.

De Grote MoederMateriaal voor mijn tweede trap haal ik uit het klassieke boek ‘De Grote Moeder – Het archetype van het grote vrouwelijke’ van Erich Neumann (1956). Daarin een prachtige (eigentijds aandoende) afbeelding van ‘die Grosse Mutter’ op een zegelring uit Mycene, Griekenland, ca. 1500 v.Chr.

Het USP van mijn beleidsplan, mijn Unique Selling Point, is de reïncarnatie. Het zal voor trouwe lezers van De Ster niet als een verrassing komen. Wie in dit leven moeder wordt, was in een vorig leven misschien vader maar in elk geval een man en omgekeerd. Wie in dit leven vader wordt, was in een vorig leven misschien moeder maar in elk geval een vrouw. De realiteit van dit fenomeen is filosofisch aangetoond. Implementatie van dit inzicht in de moeder-vader-relatie zal die relatie uiteraard op een fundamenteel nieuwe leest schoeien. En juist in het fundamenteel nieuwe zijn wij in Rotterdam zo goed! Mijn nieuwe leeropdracht dwingt mij, mij te gaan herinneren dat en hoe ik in mijn vorige leven in elk geval potentieel moeder was, en de wereld zal weten wat het resultaat wordt. ‘Come on, Wat – son, the game is afoot!’, citeer ik Sherlock Holmes uit het verhaal The Abbey Grange. Kom mee, lezer, het echte spel gaat nu beginnen!

Hugo Verbrugh