Mijn oudste zus woonde lang geleden hier om te studeren. Ze had een fantastische tijd in Nederland. Aan al haar doen en laten merkte je toch dat ze Suriname enorm miste. Ze ging elk jaar op vakantie naar haar eigen land. Ze kocht een perceel waarop ze een prachtig huis neerzette. Niets stond haar meer in de weg om in Nederland op te breken en voorgoed terug te gaan naar Suriname. Meteen na haar studie en enige jaren werkervaring, is ze vertrokken met haar gezin (man en twee zonen). Beide kinderen waren in Nederland geboren.

De jongens zijn dus opgegroeid met een moeder die een enorme voorliefde had voor het land. Toen de twee jongens oud genoeg waren, zijn ze naar Nederland vertrokken om ook te gaan studeren net als hun moeder destijds. Je zag wel dat Xhosa, een van de twee zonen, iets meer met het land Suriname had dan de andere zoon. Daarin verschilden de kinderen. Xhosa heeft zijn studie Mensendieck hier afgerond, en heeft ook net als zijn ouders destijds, twee kinderen gekregen. Ook bij hem stond het vast dat hij na zijn studie terug zou gaan naar Suriname met zijn gezin. De voorbereidingen begonnen lang van tevoren. In huis werd veel over Suriname gesproken. De kinderen werden betrokken bij het ontwerp van hun nieuwe huis. Op school mochten ze ook erover vertellen. Ze kregen van hun oma een camera om alles in Nederland vast te leggen wat ze dierbaar was. Een filmpje van vriendinnen werden gemaakt. Met de bedoeling om er later in Suriname naar te kunnen kijken als ze heimwee zouden hebben of Nederland zouden missen. Vriendenboekjes werden volgeschreven. Afscheid slaappartijtjes en feestjes werden gegeven voor de familie om afscheid te kunnen nemen. Alles werd uit de kast gehaald om ervoor te zorgen dat de kinderen zo weinig mogelijk last zouden krijgen van heimwee. Ze hadden ook een voordeel: ze zaten in Amsterdam- Zuidoost op school en daar stikt het van de allochtonen. Dus op alle manieren kwam het goed uit.

Totdat de dag van vertrek aanbrak. Het was een heel zware dag. De ouders waren gespannen, omdat het toch een grote stap is die je zet. Vrijwel opnieuw moeten beginnen in Suriname. Heel veel valt gelukkig mee. Het feit dat ze nog vrienden hebben en familie in hun ‘homeland’. Maar om echt te wonen en te werken moeten ze onderaan opnieuw beginnen. Zoveel spookte dus door het hoofd van de ouders en de kinderen en veel organisatie ging ermee gepaard. De ochtend van vertrek gingen ze naar Schiphol waar ze het vliegtuig zouden pakken om naar Suriname te gaan. Heel zwaar. Hier is geen gebruiksaanwijzing voor. Bij zoiets moet je gewoon je gevoel volgen en doen wat je denkt dat goed is om je verblijf in Nederland goed af te sluiten. Hun telefoon stond roodgloeiend . Hele families die nog een laatste groet wilden doen. Zo ook hun tante die de ouders groette. Ze vroeg of ze de jongste van de twee kinderen ook even mocht groeten. Ze kreeg die van 4 jaar aan de lijn. Hun tante vroeg: “Wat vind je ervan dat het nu echt gaat gebeuren, dat je naar Suriname teruggaat?” Het kleine meisje antwoordde: “Ik vind het niet eerlijk”. Hun tante dacht: ‘ik wil me er niet mee bemoeien maar laat me toch verder vragen’. Want iedereen dacht dat ze moeite had met het vertrek. Dat is normaal onder deze omstandigheden. Ze vroeg: “Wat vind je niet eerlijk?” Ze verwachtte een drama verhaal. En doodleuk kwam eruit: “Ik vind het niet eerlijk, want… mijn tand is eruit!”

Dit verhaal gaat de hele dag rond, we komen er niet meer van bij. Hoe kinderen zo onbevangen kunnen zijn, soms. Wij ouders maken ons vaak drukker dan nodig. Blijkt weer.

Lita Gunther