Vorige week ging het hier over de affaire Stapel en de vraag hoe dat allemaal zo ver heeft kunnen komen. Terwijl ik daarmee bezig was kreeg ik een van de merkwaardigste ervaringen van mijn leven. ‘t Gebeurde aan de computer. Ik zat te tikken over de sleutelfiguur in de voorgeschiedenis van de affaire Stapel, de Amerikaanse psycholoog John Bargh. Die had experimenteel aangetoond dat mensen hun gedrag altijd laten meebepalen door allerlei mechanismen die zich in hun binnenwereld afspelen waar ze zich niet met zoveel woorden van bewust zijn. Die mechanismen werken langs merkwaardige wegen dóór in onze persoonlijke binnenweeld. We menen bijvoorbeeld, alsof dat vanzelf spreekt en zonder dat we ons daar van bewust zijn, dat ouderen altijd langzamer bewegen dan jongeren, en daardoor gaan proefpersonen, wanneer je ze experimenteel in een stemming brengt waarin ze alleen maar denken aan ouderen, vanzelf ook langzamer bewegen – zoiets.

Dat meende Bargh dus aangetoond te hebben en zijn ontdekking wekte hevige interesse, maar na enige tijd kwam de klad erin. Andere onderzoekers deden hetzelfde experiment, maar bij geen van hen werkte het; het experiment bleek, zoals dat heet, niet repliceerbaar, en daardoor ontstond in de wereld van de psychologen een oorverdovende rumpus (= consternatie, oproer, reuring. Red.]. Wat was waarheid, wat was verzinsel in wat Bargh beweerde?

Over het hoe en waarom van die rumpus zat ik te schrijven. Hoe ontstaat wetenschappelijke kennis, hoe wordt ze opgenomen, doorgegeven, getoetst enzovoort. Om me te oriënteren in de actuele stand van zaken in deze materie toetste ik op Google de verschillende woorden in die daarover gaan, en wat toen gebeurde is letterlijk te gek voor woorden.

Ik toetste ‘geautomatiseerde kennisverwerking’ in [voor de duidelijkheid tik ik hier de letter k vet en onderstreept], en kreeg, binnen een seconde, rood geprint: ‘Bedoelde u …’ en dan, blauw geprint: ‘geautomatiseerde kennisverwerving’ [zonder vraagteken, maar wel met de door mij in de gewone zwarte letters en codes aangegeven cursivering, respectievelijk vetprint. Zie het plaatje bij dit stukje. Dat is mijn bewijs].

geautomatiseerde kennisverwerking2

Ik kon mijn ogen niet geloven. Voor zover ik weet had ik de uitdrukking ‘geautomatiseerde kennisverwerving’ [met de v van Victor] de afgelopen dagen zelf bedacht, er met niemand over gesproken behalve met Joke (mijn levensgezellin) en het woord niet eerder ingetikt. Ik meende dus te mogen aannemen dat het niet al bestond en begreep niet waar het opeens vandaan kwam. Omdat ik zeker wilde weten dat ik geen hallucinatie had, omdat ik dit toch echt een bizarre uitkomst vond, en omdat ik intussen van de affaire Stapel heb geleerd hoe belangrijk het is dat je de data bewaart van je empirische onderzoek, printte ik de eerste pagina van wat Google me op het scherm voortoverde opdat ik die als bewijsstuk zou kunnen laten zien, ging meteen met die pagina naar Joke met wie ik als eerste dit fenomeen deelde, en nodigde haar uit met mij mee te komen naar de computer.

Daarna, believe it or not, werd het nog gekker. Ik wilde voor de redactie van De Ster een tweede exemplaar printen van die ene pagina over ‘geautomatiseerde kennisverwerking … Bedoelde u … geautomatiseerde kennisverwerving’ opdat die als illustratie kon worden opgenomen bij mijn stukje – en dat weigerde mijn computer. Er verscheen een bericht ‘Een deel van de printerfunctionaliteit is momenteel niet beschikbaar’ en de computer bleek totaal geblokkeerd totdat ik op ‘OK’ had geklikt. Alle andere printopdrachten lukten probleemloos, óók die waar ik expliciet vroeg naar ‘geautomatiseerde kennisverwerving’. Maar daarop verschenen de beide woorden alleen in aparte stukjes tekst: ‘geautomatiseerde leeromgevingen voor kennisverwerving’ en zo. Het begrip ‘geautomatiseerde kennisverwerving’ lijkt dus inderdaad nieuw – of ben ik niet goed snik? Voor de illustratie bij dit stukje moest ik een traditionele xerox-copie maken. Ik heb bewijsmateriaal!

Kijk, dat bedoelde ik toen ik vorige week schreef over kennis en Facebook en zo. Of ik wil of niet, of ik het bewust merk of niet: hoe langer hoe meer wordt datgene wat in mijn brein als kennis binnenkomt een dood extract van de persoonlijke kletsverhalen die vanuit Facebook en soortgelijke voortbrengers van taalproducten via geautomatiseerde kennisverwerking door de wereld gaan en die ik bewust of onbewust op mijn computer aanvink als bij mij horend. Geautomatiseerde kennisverwerVing is wat de klok van de toekomst luidt.

Wie het vatten kan, die vatte het – ik heb tijdens het hele verhaal Joke bij de computer laten meelezen, en zij is nu mijn getuige.

Hugo Verbrugh