Twee weken geleden schreef ik hier over een wijze oude vriend die mij ooit deelgenoot maakte van een jeugdherinnering: ‘over wat mij overkwam toen wij moesten leren lezen. Direct, bijna lijfelijk voelde ik een soort oer-weerzin opkomen toen ik geconfronteerd werd met die rare, wezenloze, kale, abstracte zwarte streepjes en krulletjes op dat platte papier. Je kent de dichtregel van Guido Gezelle: “Mij spreekt de blomme een tale”. Voor mij is taal … ‘
… en nu buig ik het verhaal een beetje om in de richting waarin ik [nu weer HV] deze week heen wil … : voor mij is taal niet alleen wat we in woorden spreken en horen, en wat we opschrijven en drukken en dan lezen – voor mij is taal elke verzameling zicht- en/of hoorbare ’tekens’ die wij waarnemen en met meer of minder succes duiden. Zoals voor Gezelle de bloemen een ’taal spreken’, zo ‘spreken’ voor mijn wijze vriend de zogenoemde elementenwezens een ’taal’. Lees maar na: desteronline.nl/mij-spreken-de-kabouters-een-tale
Ik zelf zit een beetje anders in mekaar dan Gezelle en dan mijn wijze vriend, en ik hoor noch zie in de zin waarin zij daarover spreken iets aan bloemen. Maar ik begrijp wèl 100% wat ze bedoelen, en dat begrip documenteer ik aan twee voorbeelden:
(1) In ‘Even Cowgirls get the blues‘, een Amerikaans romannetje uit 1976 wordt een van de mannelijke hoofdpersonen geïntroduceerd met de typering: ‘Zijn glimlach lag op zijn gezicht als de eerste kras op je nieuwe auto. Dat ZIE je voor je, toch, als je dat leest? In elk geval zie IK het voor me iedere keer als ik het opschrijf.

Robert Musil | Foto Wikipedia
(2) In het boek van de Oostenrijkse romanschrijver Robert Musil (1880-1942), ‘Der Mann ohne Eigenschaften’ oftewel: ‘De Man Zonder Eigenschappen’, dat speelt ruim een eeuw geleden in de Kaiserlich-Königliche Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, moet Ulrich, de hoofdpersoon, op de cadettenschool een opstel schrijven over vaderlandsliefde. Dan krijgt hij een ingeving waarmee hijzelf zeer ingenomen is: ‘Een ware patriot zal zijn vaderland nooit het beste en mooiste vinden dat er is’, bedenkt hij, … en dan krijgt hij een ingeving maar realiseert zich niet dat hij veeleer verblind is door de glans van deze sublieme gedachte dan dat hij begrijpt wat hij eigenlijk zegt, en voegt hij daar nog aan toe: ‘omdat hij beseft dat ook God over zijn wereld altijd denkt “Ik zou het ook anders hebben kunnen doen”, en dus bij voorkeur over die wereld spreekt in de conjunctivus potentialis (hic dixerit quispiam … = ” hier zou iemand tegenin kunnen brengen … .’: ‘Ja, mit einem Blitz, der ihn besonders schön dünkte, obgleich er mehr von seinem Glanz geblendet wurde, als daβ er sah, was darin vorging, hatte er diesem verdächtigen Satz noch den zweiten hinzugefügt, daβ wahrscheinlich auch Gott von seiner Welt am liebsten im Conjunctivus potentialis spreche (hic dixerit quispiam = hier könnte einer einwenden…), denn Gott macht die Welt und denkt dabei, es könnte ebensogut anders sein.’
Beelden kunnen meer zeggen dan woorden – lees na in desteronline.nl/komkommertijd-3-geneeskunst En als ik lees hoe Baudet spreekt over de uil van Minerva en allerlei boreale toestanden, ‘zie’ en ‘hoor’ ik op mijn manier hoe hij een karikaturale variant speelt van mijn wijze vriend, van de Vlaamse dichter en de Kakanische cadet Ulrich.
PS (1): vorige week kreeg in Engeland Boris Johnson, Europees kampioen in het lanceren van borealeske megaquatsch, op afstand de meeste stemmen inzake brexit en daaromtrent. Op 20 maart 2018 heb ik daarover geschreven: desteronline.nl/politici-en-de-dood-als-voortzetting-van-het-leven-met-andere-middelen
PS (2) Over Musil en De man zonder eigenschappen heb geschreven in De Sterren van 7 september 2004, 28 juni 2005, 11 juli 2006 en 15 april 2008.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar