Vorige week ging het hier over de universiteit en de zogenoemde Bildung: de intellectuele en tegelijk persoonlijke vorming die intelligente jonge volwassenen zouden moeten krijgen als ze gaan studeren aan een ‘instelling voor wetenschappelijk onderwijs’, zoals de universiteit vroeger werd aangeduid. Ik citeerde uit een artikel in NRC Handelsblad van 31 augustus waarin dit onderwerp ter sprake kwam; in dat artikel stond ook iets dat me nu, een week later, inspireert tot commentaar. Ik citeer daaruit opnieuw:
‘Volgende week start in Amsterdam een heuse Bildung Academie voor ontplooiïng van de student. Het initiatief wordt geholpen door de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. In een eigen pand zullen dertig studenten voor een half jaar worden gevormd. Zij hebben zelf het programma meebedacht dat onder andere reflecteert over dataverwerking, de eigen identiteit (filosoof Joep Dohmen, verpleeghuisarts- columnist Bert Keizer) of over geld (Herman Wijffels, Alexander Rinnooy Kan). Er zijn ook lessen retorica (emeritus hoogleraar strafrecht Eugene Sutorius).’ Tot zover het citaat.
Het citaat krijgt een sprekend vervolg in een hoofdartikel in de krant van 1 september. De kop erboven vat mijn commentaar meteen al samen: ‘Bildung op de universiteiten dreigt vrome praat te blijven’. De argumenten zijn bekend en worden in het hoofdartikel compact weergegeven. Ik parafraseer: (1) aan alles hangt tegenwoordig een prijskaartje, (2) al ons denken is tegenwoordig rendementsdenken, (3) het fenomeen ‘Bildung’ laat zich net zo min in geld uitdrukken als, pak weg, vertrouwen of liefde, en (4) de conclusie is duidelijk: Bildung laat zich in de huidige gedachtenwereld evenmin denken als, pak weg, een vierkant ei, en (5) alle woorden die je eraan wijdt, zijn dus lege praat.
Ik verzin een parabel om er toch iets over kwijt te kunnen. Een ICT-supernerd tevens geniaal psycholoog vraagt een patent aan voor een paardenkrachtenverhikel. Hij heeft met supergeniale software in een 3D-printer een synthetische auto geproduceerd en daaruit de paardenkrachten geïsoleerd. Met die paardenkrachten heeft hij opnieuw een 3D-printer geprogrammeerd en daarmee heeft hij een nieuw type tweewieler geproduceerd. Die mag dus op het fietspad want hij valt niet onder gemotoriseerd verkeer op meer dan twee wielen zoals bedoeld in het ‘Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)’, maar kan wel lekker zo hard als een auto. Tel uit je winst!
‘Cynisch, en eigenlijk helemaal niet humoristisch’, bedenk ik zelf. Ik verzin iets vrolijkers ter afsluiting.
Over een half jaar is de eerste lichting van de studenten in de Bildung Academie klaar. Hun afscheidsfeestje luisteren ze op met een uitvoering van de comedie ‘Le Bourgeois Gentilhomme’ van Molière (1670). Daarin wil Monsieur Jourdain, een welgestelde burger, zich de levenswijze van de adel eigen maken. Hij koopt een nieuw pak, dat beter past bij zijn nieuwe positie, en leert gretig alles wat hij kan over wapens, dans, muziek en filosofie, alles wat hij als kersvers edelman niet kan missen. Jourdain droomt ervan tot de adelstand te behoren, zijn dochter Cléonte speelt het spel mee, geeft zich uit voor de zoon van een zogenaamd super-adellijke Turk, en voert een ludieke Turkse ceremonie op, waarin Jourdain tot ‘Mamamouchi’ wordt verheven, waardoor hij echt gaat denken dat hij tot de hoogste regionen van de adelstand is opgeklommen.
Zullen onze Bildung-studenten na afloop van hun opleiding achter de al bestaande kwalificaties (Msc, MA, MBA en wat er verder allemaal is) die ze achter hun namen schrijven nu ook noteren ‘GbM’ [= Gebildeter Mensch]?
recent commentaar