Schrikt u ook wel ‘s wakker uit zo’n droom: dat u aan de kant van de weg staat met een wrak, een onduidelijk verhaal en teveel politie? Dat noemen we een nachtmerrie, gevolg van een te warme kamer, pech, of een slecht geweten. Dan sta je op, kijkt om je heen en langzaam komt het dagbewustzijn terug en weet je dat het niet echt gebeurd is. En een voorspellende waarde heeft een droom nu eenmaal niet.

Opeens kwam ik in een boze droom terecht. Om alvast in de stemming te komen voor het wine-and-dine feest kerstmis, zat ik onlangs in een eetcafé te lunchen. Het gesprek ging over eten. Mijn tafelgenoot was van mening dat er minder zout in het eten moest en dat ‘fast food’ ook helemaal niet gezond was. Fast food en te veel zout moesten maar verboden worden. Tja, daar was ik even stil van. Ik houd nu eenmaal niet zo van verbieden en verboden. Ik geloof best dat hij gelijk heeft, maar ik wil zelf graag kiezen of ik gezond eet of niet. Maar er zitten gelukkig voldoende ongezonde mensen in de Tweede Kamer, dus ik maakte me er geen zorgen over. ‘s Avonds raak ik weer in gesprek, dit keer in een dranklokaal, in onze eigen deelgemeente. Daar ging het over wat onze deelgemeente moet doen met kerst, oud en nieuw en zo. Nu vind ik dat de deelgemeente maar één ding hoeft te doen: een veldje aanwijzen waar wij op oudjaarsdag onze bomen kunnen dumpen en aansteken om middernacht, om het nieuwe jaar in te luiden. Meer lijkt me niet nodig. Een discussie ontstond. ‘Eigenlijk moet onze deelgemeente al het vuurwerk op straat verbieden en op één locatie – op een vlot in de Kralingse Plas – professioneel vuurwerk laten afsteken’. Kunnen we dan niets meer zelf regelen? ‘Om het volk tegen zichzelf te beschermen’. Ogen en handen vliegen je kennelijk nu om de oren en dat wordt met een verbod voorkomen. Weer iets verbieden. U begrijpt het. Ik stond op, keek om me heen en ging naar buiten, wetende dat het allemaal een nachtmerrie was en dat het dagbewustzijn terug zou komen. Ik wacht nog steeds. Wees voorzichtig met vuurwerk en eet en drink niet te veel.

Eduard Schuringa