Er zijn bekende en onbekende Kralingers. Ik ben geïnteresseerd in iedereen. Iedereen heeft een verhaal. Vandaag de heer Van Dunné. Ik fotografeerde hem in zijn heerlijke tuin achter zijn huis in de Hoflaan. Hij is een gezellige prater, was vroeger advocaat gespecialiseerd in vervoers recht, maar al 11 jaar met pensioen. Met enthousiasme vertelt meneer Van Dunné over zijn huis: ,,het is de oude pastorie van de Hoflaankerk en gebouwd rond 1884, met een grote tuin erbij, zodat de pastoor zijn eigen groenten kon verbouwen. Mijn vrouw en ik zochten in 1971 een groter huis vanwege onze drie kinderen. Toen wij dit oude huis zagen, wisten wij meteen zeker dat het dit zou worden. Hillegersberg en Kralingen verschillen niet zo, dus wij waren snel gewend”. Als ik naar zijn ‘dieptepunten des levens’ vraag, moet hij mij teleurstellen: ,,nee echt, die zijn er niet geweest. Ook zakelijk niet.

meneer Van Dunné

Natuurlijk was het een heel gedoe met al de fusies waarbij het bedrijf waar ik werkte betrokken was, en later de rompslomp van het opstappen van compagnons in mijn eigen toko, maar ik heb daar nooit een seconde van wakker gelegen. Het leven is mij altijd goedgezind geweest”. Als ik hem bij het afscheid de hand schud, vraagt hij: ,,u bent toch de neef van mevrouw Kentie, de scheepsmakelaarster, die onlangs is overleden?” Verwonderd antwoord ik bevestigend. Van Dunné glimlacht: ,,ik heb haar in mijn loopbaan veel aan de telefoon gehad. Een alleraardigste dame”. Dat vraagt om uitleg en die geeft Van Dunné mij ook: ,,als advocaat moest ik menigmaal de executiewaarde van een schip weten voor de afhandeling van een rechtszaak. Dan belde ik altijd mejuffrouw Kentie van ‘Supervision’. Het ging altijd om miljoenen, want het betrof vaak grote zeeschepen. Zij gaf mij dan de prijs met een uiterste marge van 10% en zij heeft er nog nooit meer dan 5% naast gezeten. Op haar deskundige oordeel kon ik blind varen”. Hij raakt een gevoelige snaar. Nog dagelijks mis ik onze tante Nel Kentie. Vooral nu, dit wordt de eerste kerst in 48 jaar dat ze niet bij ons is. Als je dan zo’n positieve mening over haar hoort, raakt je dat behoorlijk. Ik bedenk hoe jammer het is dat ik haar dit niet meer kan vertellen. Ze zou ervan hebben genoten.

Jacques Beket