Herfstvakantie. Wie zou dat bedacht hebben? Net als je na een lange zomer weer op dreef bent, dan is ie er weer: de herfstvakantie. Waar is die voor? Om terug te denken aan de zomervakantie of om je schrap te zetten voor de winter die komt? Familiefeestjes, discussies, afrekeningen in kleine kring? Antivries en winterbanden kopen? Wie zal het zeggen. Maar veel met elkaar praten, daar gaat het vaak om bij die feestjes. Daarom hierbij alvast enige gesprekstraining voor u: op een terras, met bekenden – onderwerp: normvervaging in onze wijken. Eerst wat heen en weer gezeur, dan: “Dat komt omdat de overheid onze normen afpakt en in wetten en verordeningen omzet. Neem nu wildplassen. Vroeger was de norm dat je dat niet deed.

Nu is het officieel verboden. Of het op de stoep laten poepen door honden. Vroeger zorgde je er wel voor dat je hond dat in de goot deed. Nu krijg je al een bekeuring als je als hondenbezitter geen poepzak op zak hebt, terwijl je hond niks doet. Nee, als de overheid al onze normen afpakt dan houden wij alleen maar vage normen over. Zoals niet voordringen bij de kassa. Maar geloof mij, dat wordt ook nog wel eens bij wet verboden”. Daar bleef het natuurlijk niet bij. “Ja, en als er dan iets verboden is, zoals het verkopen van drugs, dan gedoogt de overheid het en ze controleert die drugs zelfs, omdat ze bang is dat die verboden koopwaar ongezond is!” Zit zeker wat in, lijkt mij. “En dan natuurlijk de norm, dat je je neerlegt bij het oordeel van een rechter. Dat doet niemand meer. De wereld is gewoon een voetbalswedstrijd geworden, iedereen weet hoe het moet, behalve de trainer.” Wat zit er toch veel kennis op zo’n terras, vindt u niet? “Daarnaast hebben we ook veel onzin normen erbij gekregen. Als er een jonge hond dood gaat komt er een onderzoek. Maar je mag net zoveel nuttige spinnen of muizen doodmaken als je wilt. En wat te denken van het gedoe over Zwarte Piet? Tsjonge, wat goed dat we daar wat aan doen!” Kunt u het nog volgen? Of moeten we hier gewoon spreken van normverzanding? Die herfstvakantie toch!

Eduard Schuringa