Ik ben een lange periode in Suriname geweest. Dan gaan dingen mij meer opvallen dan de doorsnee inwoner. Er gaat geen dag voorbij of je hoort iets over incest. Dus dat een oom of vader of stiefvader of broer een jong iemand seksueel heeft misbruikt. Ik word daar heel verdrietig van. Ik denk dan, er loopt een ziel rond met zoveel ongevraagde ballast. Vooral omdat ik weet dat er weinig hulp is. De hulp die er is, heeft niet voldoende capaciteit om die gevallen op te vangen. Met hulp bedoel ik een psychologisch traject waar je in zou moeten belanden. Of praatgroepen waar jij je verhaal kwijt kunt. Maar er is geen geld.

De groep die hulp nodig heeft moet deze hulpverlening kunnen betalen. Vaak ontbreken de financiële middelen. Dus ga je op jouw manier met al deze ballast om. Ik hoef het niet te hebben meegemaakt om mij in zo iemand te kunnen verplaatsen. Ik kan mij er iets bij voorstellen dat jij je hele leven met deze ballast rondloopt. Wat deze gasten niet beseffen is dat hun daad een levenslang probleem is waar een slachtoffer mee opgezadeld wordt. Ik zou heel graag zien dat de overheid of andere instanties meer met deze materie aan de slag zouden gaan. Er wordt nog te weinig gedaan aan dit probleem. Ik praatte veel met mensen en ik hoor dat er een rechter is die zich extra inzet om deze gasten die zich hieraan schuldig maken achter slot en grendel te krijgen. Met andere woorden, dat ze er niet mee wegkomen. En geloof mij, dit vindt overal ter wereld plaats. Maar waar ik mij zorgen over maak in Suriname is dat er hele volksstammen zijn die zich van geen kwaad bewust zijn.

Er moet meer aan weerbaarheid gedaan worden. In andere landen zijn ze verder met hulpverlening en trajecten om je te helpen om het een plaats te geven, of om het misbruik te herkennen. Dat is in Suriname nog te weinig. Er moeten trajecten komen waar je gratis naartoe kan bellen om je verhaal te doen. Mensen die er voor je zijn, met een luisterend oor zonder te oordelen. Er moeten op scholen trajecten komen om kinderen te leren die boeven te herkennen die misbruik van ze willen maken. Want vaak worden ze zo normaal benaderd en vaak door een zo dichtbij familielid of goeie kennis, dat het bijna normaal LIJKT. Totdat ze ouder worden en gaan merken dat er iets niet klopt. Dan is vaak het kwaad al geschied. Maar dat geeft niet. We moeten niet meer wegkijken.

Hoe moeilijk het ook is. Want vaak speelt er belangenverstrengeling. Ouders die de dader niet willen aangeven omdat het een zoon is bijvoorbeeld. Dan kan ik mij voorstellen dat jij je eigen zoon niet wil aangeven. Daar ligt juist het grote probleem. Het maakt niet uit wie het is! Als een kind onrecht is aangedaan, moeten wij ouders meteen opstaan en doen wat wij moeten doen. Opkomen voor dat onschuldige kind waarvan het leven op z n kop is gezet na al die jaren van misbruik. Ouders moet ook bijgebracht worden dat ze hun angsten opzij moeten zetten en doen wat ze moeten doen. Ervoor zorgen dat die kleine die gekwetst is weer kan gaan leven. Of zijn leven weer kan gaan oppakken.

Ik weet ik dat wij hier in Nederland wat verder zijn en vooral alerter en scherper. Ik zat in mijn vakantie aan de rand van het zwembad, toen ik een Nederlandse vriendin spotte die ook op vakantie was. We waren verrast om elkaar te zien. Ze was er met haar dochter omdat die schoolvakantie had in Nederland. Dus dachten ze, het is zulk slecht weer in Nederland, we gaan even voor twee weken naar Suriname, naar de zon. Ze zaten dus bij dat hotte zwembad. Haar dochter had in het water een vriendin leren kennen. Je weet hoe dat gaat met kinderen. Ze maken snel vrienden. Ik zat op een ligstoel langs het water met die moeder te kletsen. Toen ineens twee mannen bij ons stonden en zeiden: dat is toch je dochter? En een van hen wees naar de dochter van mijn vriendin. Ze knikte. Die heren vroegen uiterst vriendelijk of die dochter mee mocht met hun dochter buiten het zwembad naar de nabijgelegen ijs-kiosk. Of die dochter mee mocht om een ijsje te halen. Op zich een onschuldig iets. Ik was echt verrast. Mijn vriendin zei, heel kortaf: nee, mijn dochter lust geen softijs.Toen deden die mannen nog een poging door te zeggen: misschien hebben zo ook ander ijs? Dan kan ze dat krijgen. Mijn vriendin sloot de deur door dit antwoord te geven: nee, ze lust helemaal geen ijs, maar nog bedankt (met met andere woorden vraag niet verder). Dat hoorde je ook aan de toon waarop ze dat zei. Ik viel zowat van mijn ligstoel. Ik prees haar om haar daadkrachtige optreden. DAT mis ik bij OUDERS, DIE SCHERPTE. Ook al ben je op vakantie, je moet altijd alert zijn. En eigenlijk juist op vakantie moet je alerter zijn dan anders. Want je kind kan wel met iemand spelen in het water maar je kent ze niet. Nee, je kent ze niet. Mijn vriendin gaf daarmee aan: ik ben zuinig op mijn dochter. Ze gaat met NIEMAND mee. Want het gebeurt dichterbij dan je denkt.

Lita Gunther


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.