Het deed een beetje onwezenlijk aan, vorige week zaterdag. NRC Handelsblad Weekend had zijn katern Opinie&Debat bijna helemaal gewijd aan de ellende in de universiteit. Al op de voorpagina van het eerste katern werd het in een veelzeggend plaatje aangekondigd. ‘Veel lenen en weinig leren’ stond in grote letters op een bord dat een boos-droevig kijkende student voor zijn tors hield. ‘Studenten schrijven een pamflet: De universiteit is een wetenschapsfabriek’

Binnenin de krant ging het inderdaad van dik hout zaagt men planken. Vijf hele bladzijden met mooie foto’s van studenten die de lezer lekker opruiende teksten aanbieden: ‘Nee tegen survival of the biggest’, ‘Onderwijs terug naar het hart’ (van een studente geneeskunde).

De artikelen zelf spraken al even duidelijke taal: ‘Als studenten merken we steeds scherper, steeds vaker en in steeds meer opzichten dat het academisch onderwijs achteruit holt. … Meer prestaties, eisen overheid en bedrijfsleven. Ze schrijven meteen even voor hoe. Geen goed idee’.

Zoals vaker met revoluties hangt de dreiging al enige tijd in de lucht. Het moest er op de een of andere manier van komen. Voor de enkeling die nog Frans leest herinner ik aan de oneliner van Victor Hugo: Il n’y a rien de plus formidable qu’une idée dont le temps est venu. Niets is zo mooi als een idee waarvoor de tijd rijp is, waarvoor het kairos (momentum) is.

Onderwijs is inderdaad bijna totaal verworden tot inprenten van woordvolgordes die als feitjes gememoriseerd moeten worden om op de meerkeuze-tentamens het vereiste antwoord te kunnen aanvinken. Van de weeromstuit worden ook leerboeken langzamerhand louter teksten waarin zulke napraatsels worden doorgegeven, en de economische wetenschap bedient de handelaars in die boeken perfect en rekent precies uit hoe ze hun producten zó in de markt moeten zetten dat de distributie ervan maximale winst oplevert.

kuboïde

De zogeheten kuboïde van Dick Baas Becking, Popke Bakker en prof. dr. J. Verhoeff op het terrein van Campus Woudestein van de EUR. Als je eromheen loopt, ziet het er bij elke stap anders uit. Zo is het ook met de werkelijkheid voor wie echt benul van zijn benul heeft.

Ik doe graag een bescheiden duit in het zakje. Inspiratie ervoor haal ik uit een column in NRC Handelsblad van 26 mei onder de titel ‘Weetkunde’. Dat gaat over Twitter en zo. “Allemaal blazen we dankzij de mening van anderen intussen een leuk deuntje mee, we hoeven ze alleen maar te volgen in sociale media,” schrijft Margriet Oostveen. “De culturele canon wordt steeds meer bepaald door computeralgoritmen – door wie of wat de meeste clicks krijgt”. Dan citeert zij ene Karl Taro Greenfeld in The New York Times: “Wie in die ontwikkeling niet wil doorgaan voor ‘cultureel analfabeet’, schrijft Greenfeld, moet meeclicken, ‘Simpelweg weten dat iets er is, is genoeg’, … Green feld noemt deze vorm van kennisvergaring een ‘pastiche op kennisvermogen’. Ik noem het weetkunde.” Tot zover Margriet Oostveen.

‘Weetkunde’ – die houden we erin. Dat is het nieuwe woord voor pseudo-kennisvermogen. Doen alsof je iets weet gewoon door je benul op de automatische piloot te zetten en mee te klikken met wat je voorgezet krijgt.

De oplossing is PGO oftewel ProbleemGestuurd Onderwijs, de beste manier waarmee studenten leren hoe ze met hun eigen benul moeten omgaan. Mijn wachtwoord is Good Epi – stemic Practice. Dat begrip heb ik zelf bedacht. Ik heb het afgeleid van epistèmè: kennis, weten. In een vrije ver taling is Good Epistemic Practice: ‘Benul inzake je benul’.

Lees verder in desteronline.nl/een-plek-waar-je-vrij-kunt-nadenken en op andere pagina’s van de site van De Ster.

Hugo Verbrugh