Zijn er grenzen aan het menselijk kenvermogen? Dat is een heel oude filosofische vraag. ‘Filosofisch’ betekent hier: ‘Er is geen eenduidig antwoord op. Sommigen zeggen “ja”, anderen “nee”’. Niemand heeft een algemeen overtuigend antwoord.

Een beroemde oude filosoof die een duidelijk antwoord had, was Thomas van Aquino (1225-1274, ‘de meest invloedrijke systematische denker op theologisch en wijsgerig gebied uit de middeleeuwen’ [Wikipedia]).

Het kenvermogen van de mens heeft drie componenten leerde hij. (1) De zintuigen; die leren ons wat buiten ons is. (2) De innerlijke wijsheid, de intuïtie. Daaruit putten wij kennis over wat voor de zintuigen verborgen is. (3) De Openbaring die in de Heilige Schrift geboekstaafd is. Die kunnen wij alleen kennen door er in te geloven.

Zo zag men dat dus 750 jaar geleden. In onze tijd zien sommigen met name die derde component anders. De vooruitgang heeft emancipatie gebracht; de mens is vrijer geworden. Die derde component is voor velen tegenwoordig niet meer het Geloof, maar het alledaagse zelfbewustzijn van de moderne mens die bij elke ademtocht stilletjes tegen zich zelf fluistert: ‘Ik maak zelf wel uit wat ik wel en niet kan, mag, wil, durf te weten’ of iets van die strekking.

Thomas van Aquino – bron: Wikimedia Commons

Die nieuwe vrijheid krijgt tegenwoordig opmerkelijke aspecten.

10 juni kwamen de ‘verkenners’ Jorritsma en Kajsa Ollongren (D66) in het nieuws. ‘… Uit een gespreksverslag dat is gemaakt door een ambtenaar, blijkt dat er grote zorgen bestonden over de positie van het CDA. Met name Jorritsma zat er volgens bronnen van Nieuwsuur “heel politiek in”. Zij wilde graag dat het CDA zou toetreden tot het kabinet, en zag Omtzigt als een probleem. Ze noemde hem “onhoudbaar” en een “risicofactor” voor de stabiliteit van het kabinet. De opmerkelijke standpunten van Jorritsma zijn tijdens het debat over de mislukte formatieverkenning nooit gedeeld met de Tweede Kamer. “Ik denk dat dit met een reden niet is gemeld. Ze snappen heel goed dat dit niet bij hun taak past”, analyseert Jesse Klaver (GroenLinks) het zwijgen hierover van de verkenners. SP-leider Lilian Marijnissen noemt het kwalijk dat de Kamer nooit is ingelicht. “Ze doen hun werk toch in opdracht van de Kamer.” “De verkenners hadden gewoon niet over Omtzigt moeten beginnen”, zegt Paul Bovend’Eert, hoogleraar staatsrecht. “Als je die fout maakt, dan is het heel moeilijk om daarmee naar buiten te treden.’

Dat was toen meteen groot nieuws.

Althans dat leek het. Het kwam alleen besmuikt naar buiten. Ik denk dat ik begrijp hoe dat kwam. In het zgn. Paradijsverhaal voorspelt de slang Eva dat zij en allen na haar zouden zijn gelijk de goden kennende goed en kwaad als ze de verboden vrucht zou eten: ‘Jullie zullen zijn gelijk de goden, kennende goed en kwaad’: Eritis sicut dei scientes bonum et malum: En als je eenmaal geproefd hebt van de verboden vruchten, zal er geen weg terug zijn.

De taal zelf is pervers geworden door toedoen van de slang. Oftewel het blijft niet alleen tobben met de taal, het zal altijd tobben blijven zolang we taal gebruiken. ‘t Staat gewoon in de bijbel.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.