Begin vorige week kreeg ik min of meer toevallig de titel onder ogen van een symposium dat de Faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit zou organiseren over de dood en daaromtrent onder de dramatisch-uitdagende titel ‘De geënsceneerde dood’. De openingszin van hun site klonk als een klaroenstoot: ‘We krijgen de dood steeds meer in de greep’, De daaropvolgende vraag was op een bijzondere manier heel concreet: ‘Zelf het tijdstip kiezen van de dood, of juist streven naar een eeuwig leven?’, en de volgende zinnen déden het bij mij: ‘We leven in een tijd waarin de mens steeds meer controle krijgt op zijn eigen dood en die controle ook grijpt. Volgens religiewetenschapper Hans Schilderman van de Radboud Universiteit hoog tijd om een symposium rond dit thema te organiseren. Op 31 januari komen wetenschappers, zorgprofessionals en andere geïnteresseerden samen op de Radboud Universiteit om van gedachten te wisselen.  …De dood leeft in Nederland, paradoxaal genoeg. Door vergrijzing en debatten rond euthanasie, maar ook door een nieuwe spirituele zoektocht die velen van ons doormaken. Toch verbaast Schilderman zich over de grote aandacht bij het publiek voor zijn symposium: ‘Bijna 350 mensen hebben zich al aangemeld, drie keer zoveel als in voorgaande jaren.’. Dáár moest ik bij zijn!

De inschrijving was al gesloten maar waagde de vraag of ik toch nog kon komen en dan aandacht zou mogen vragen voor een boekwerkje dat ik eind vorig jaar gepubliceerd heb over ‘voltooid leven’ (zie plaatje en mijn eerdere stukje erover: desteronline.nl/een-nieuw-format-voor-de-uitvaart). Per kerende post kreeg ik een bevestigend antwoord van Hans Schilderman: ‘…  Ik waardeer uw interesse …. Verder kunt u eventuele folders van uw boek ter informatie op onze leestafel leggen. … De workshops bieden …  een goede gelegenheid om tot uitwisseling van standpunten te komen.’ Dat klonk dus uiterst bemoedigend! Maar daarna ging het helemáál fout. En om misverstanden te vermijden specificeer ik meteen dat dit voor de volle 100% alleen door mijn eigen toedoen kwam.

Geïnspireerd door de poëtisch uitdagend titel schreef ik een tekst voor de folder onder het kopje ‘Ik zag mijn leven als een film voorbijtrekken’. Ondertitel: ‘Het postmortale levenspanorama en zelfgekozen en levenseinde’. Daarna kwam een stukje tekst over (1) de stelling dat het postmortale levenspanorama een determinant van het normale sterfproces is, (2) de vraag in hoeverre actieve beëindiging van het leven volgens de ‘voltooid leven’ procedure een negatieve uitwerking kunnen hebben op de beleving ervan, en (3) de conclusie dat de vraag onder punt (2) vrijwel zeker als antwoord zal hebben dat van suïcide een negatief effect uitgaat op het postmortale levenspanorama. Dat past gemakkelijk op een A4’tje en dat stuurde ik ter goedkeuring op.

Alweer per kerende post kwam het antwoord [met accentuering van mij]: ‘Je bent dus ingeschreven. Wat betreft de folders, die zijn slechts welkom indien het informatiefoldertje over een handelseditie van een boek gaat met het topic van de dood: dan kunnen ze op de leestafel waar ook info geboden wordt over andere relevante boeken of tijdschriften. Maar we willen dus uitdrukkelijk geen pamfletten met standpunten hoezeer ik die ook kan delen. We zoeken de discussie in dit symposium aan de hand van de inleidingen en opinies kunnen in de workshops worden gedeeld. Ik heb het idee dat ik daarin echt duidelijk moet zijn gezien de teksten die je me hebt toegestuurd. Ik ga uit van je begrip hiervoor.’

De aanname die Schilderman in de laatste zin uitspreekt, spreekt boekdelen. Maar wat hij in die aanname zegt, verscheurt mij. Ik zeg dat sine ira et studio‘: zonder boosheid of naijver. Ik heb echt begrip voor zijn duidelijkheid – maar oh oh … – wàt een begrip is dat! Enerzijds bevestig ik zijn oordeel dat mijn tekst kan óverkomen als de formulering van een standpunt. Anderzijds wil ik nu juist uitdrukkelijk NIET EEN STANDPUNT uitdragen. Ik wil mededeling doen van een wetenschappelijk feit.

Tekst loopt door onder de afbeelding

De tekst in dit boekje gaat over een weeffout en een verzuim in het ‘Voltooid Leven’-programma en de consequenties daarvan. Filosofische analyse geeft argumenten voor twee stellingen: [1] Met dit ‘Voltooid Leven’-programma doet zich de meest vèrstrekkende revolutie voor sinds het begin van de geschiedenis van de mens.

[2] Alleen op geleide van een onbevangen waardering van (1) het werk van Rudolf Steiner en  het door hem onder de naam ‘antroposofie’ opgezette systeem van leven en denken en, (2) het cognitieve paradigma van de actuele mainstream wetenschap en filosofie, en (3) het idee van reïncarnatie zal dit ‘Voltooid Leven programma’ zodanig verder ontwikkeld kunnen worden, dat het niet zal leiden tot onafzienbare rampspoed. Het boekje is verkrijgbaar via hugo@verbrugh.nl en de tekst ervan is ook te vinden via kairos-kr.nl

 

MAAR JUIST DAT KAN NU DEZER DAGEN NIET. Bewust of onbewust – en dat laatste zijn de meesten van ons – zijn wij allemaal zogenoemde ‘agnostici’. Dat is de naam voor de ‘mensen die absoluut zeker weten dat we over wat er eventueel misschien na de dood komt absoluut niets kunnen weten’. Tegelijk geloven wij heilig aan Ludwig Wittgenstein, de taalfilosoof en logicus die bij het grote publiek nog altijd beroemd is door zijn tot cliché verworden uitspraak ‘waarover je niet kunt spreken, daarover moet je zwijgen’. DUS – tel uit je winst.

Kortom, einde oefening. Alleen al de suggestie dat je iets zakelijk-feitelijks wilt zeggen over ná de dood, maakt dat iedereen ofwel afhaakt ofwel zijn ontvangstapparatuur instelt op geloof, mening, levensbeschouwing, … standpunt.

PS: Lees de column van Rosanne Herzberger in de NRC van afgelopen zaterdag: ‘Prik door het frame dat “voltooid leven” heet‘. Die geeft grote steun aan wat ik hier wil zeggen.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.