Eigenlijk kan ik niet zoveel, ook al heb ik op een universiteit doorgeleerd. Brieven (tegenwoordig mails) schrijven, af en toe een processtuk opstellen, een beetje rondbellen, soms wat onderhandelen en aan het einde van de dag slap ouwehoeren, al dan niet gepaard gaand met drankgebruik. Deze dagelijkse soms boeiende maar ook vaak saaie bezigheden hebben met taal te maken. En dan gaat het bij advocaten nogal eens mis. Ik bedoel, het gebruik van taal, en eigenlijk ook het gebruik van drank. Het is tenslotte een stressvol beroep.
Menig advocaat laat zich vanaf de eerste dag van zijn carrière verleiden tot het gebruik van de meest verschrikkelijke clichés, zoals “Uw cliënt heeft volstrekt ongelijk”. Het woord “volstrekt ” is niet uit te bannen. Geen normaal mens gebruikt het, maar advocaten krijgen er maar geen genoeg van. Volstrekt dit, volstrekt dat, je wordt er horendol van. Een mooie is ook: “ik stel u nu reeds voor alsdan in gebreke”. Zeker als je de gouden tijden van Sjef van Oekel (reeds!) hebt meegemaakt, val je toch van je stoel van het lachen als je geheel onvoorbereid op een maandagochtend zo’n mededeling leest in een brief van een confrère (zo heten deftige advocaten).
Ook aardig is dat menig vakgenoot nog wel eens op een Latijnse ontkenning wil terugvallen: kwot non, fonetisch weergegeven, wat dan plompverloren in een Nederlandstalig stuk gezet wordt. Ben ik blij dat ik nooit Latijns heb geleerd! Maar het kan altijd erger: de tijdgeest zegt dat alles in simpele bewoordingen, in korte zinnen, moet worden uitgelegd. Verzekeringsmaatschappijen hebben daar een handje van, alle medewerkers van dat soort clubs hebben op de cursus gezeten met als titel: hoe schrijf ik onze klanten op kleuterniveau aan? Meest terugkerende zin: “ik ga u dit hieronder uitleggen”.
Deze zin kan nog net, want meer dan zes woorden tegelijk, dat snapt niemand, zo redeneert men daar. En dat je dan in de aanhef “beste meneer Rhijnsburger” moet lezen, nou vooruit, daar moet ik dan maar aan wennen. Wij advocaten doen het tenslotte niet veel beter met “geachte confrère”, alsof de Fransen hier nog steeds de baas zijn. We eindigen dan maar in onvervalst Rotterdams: Wat zeggie? Azzieval dan leggie!
Advokatenkollektief Rotterdam
Website: www.akrotterdam.nl
Facebook: /advokatenkollektief
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar