Twee weken geleden kwam De Ster met verrassend nieuws. ‘Deze week opent de Filosofische Praktijk Berkelstraat haar deuren’, begon 13 januari het openingsartikel op de voorpagina. ‘Op zaterdag 17 januari is er een Open Dag waar drie filosofisch practici, Dick van Hennik, Vincent Huisman en Anke Verhoeff zich presenteren. Zij vertellen dan wat zij doen en waarmee men in de filosofische praktijk terechtkan’.
Dat is nieuw. Dat vraagt aandacht. En zowel de kop boven het artikel als de vijf woorden onderaan waren verrassend. ‘’Wie weet, vertrekt u met een vraag!’, luidde die kop. En onderaan het artikel stond ‘(ingezonden mededeling Filosofische Praktijk Berkelstraat)’.
Uiteraard ben ik die zaterdag even wezen kijken. Het was een leerzame ervaring. Ik ben er nog lang niet over uitgedacht. Omdat filosofie sowieso al moeilijk is en alles wat ik er zelf bij bedenk nòg moeilijker is, begin ik met een korte samenvatting van mijn eerste vijf bedenksels.
(1) ‘Vraag’ is een klassiek begrip in de filosofische traditie. Alleen is het in die traditie de filosoof die vragen stelt. Het oerbegin is een dialoog tussen Socrates († 399 v.Chr.) die een ongeletterde slaaf zó efficiënt vragen stelt, dat die slaaf een wiskundig probleem kan oplossen.
(2) Maar in de Berkelstraat lijkt het andersom te zijn. Daar is het veeleer de ander, degene die bij de filosofisch practicus komt, die vragen stelt, toch? De kop boven het artikel in De Ster komt op mij in elk geval verwarrend over.
(3) Die verwarring neemt niet af maar juist toe wanneer ik hun folder lees. ‘Wat doen wij?’, vragen ze, en ze geven meteen het antwoord: ‘Als filosofisch practici helpen wij bezoekers een vragende denkhouding te ontwikkelen. Dit zet piekeren om in denken. Dat verlicht. We onderzoeken vragenderwijs lastige dilemma’s. Aan het eind van elk gesprek vertrekt de bezoeker met een vraag, deze vraag “werkt” tussen de sessies. Het gaat daarbij niet om antwoorden of oplossingen, maar om de manier van denken’. Ik blijf me afvragen (!) wat ze precies doen.
(4) Maar goed – dat ‘vragen werken’ is een bekend motief in de filosofie. Als ik de leer van Socrates in drie dozijn woorden samenvat komt er iets als: ‘Louter doordat je op de juiste manier leert denken over vragen, ontwikkel je een zintuig waarmee je, als je een bruikbaar antwoord op je vraag gevonden hebt, kunt waarnemen dàt je een bruikbaar antwoord hebt gevonden’. Dat werkt in elk geval.
(5) Mijn laatste bedenksel in dit eerste stukje over de Berkelstraat is de kwintessens. Uiteraard is dat een vraag. Het is een heel concrete vraag aan Dick, Vincent en Anke: ‘Is dit wat jullie bedoelen?’ Nu hoop ik dat jullie me niet met een nieuwe vraag naar huis sturen, maar antwoord geven op de site van De Ster!
De titel van mijn stukje is afgeleid van de titel van een bundel met de 125 bekendste (d.w.z. het vaakst voorkomend in schoolboeken en bloemlezingen) gedichten uit de Nederlandse literatuur die in 1990 verscheen onder de titel Domweg gelukkig in de Dapperstraat, naar het gelijknamige gedicht van J.C.Bloem uit 1945.
Het plaatje bij dit stukje is een zogenaamde ‘optische illusie’ die ik op een site gevonden heb. De vraag op het plaatje leg ik hierbij voor aan Dick, Vincent en Anke. Ik nodig hen nadrukkelijk uit te antwoorden op de site van De Ster.
Voor zover het plaatje suggereert dat het niet om ‘3 of 4’ maar om ‘2 of 4’ gaat, zal ik daar op de site van De Ster en/of in mijn volgende stukje op ingaan.
Domweg filosofisch in de Berkelstraat? Het verheugt ons dat Hugo
nog lang niet is uitgedacht. Wij immers ook niet. Denken is ons doel en we gaan graag in gesprek.
Laten we zijn ‘bedenksels’ eens onder de loep nemen.
Bedenksel 1
Inderdaad, vragen is een klassiek begrip en Socrates een groot inspirator. Niet dat we slaven wiskundige probleem laten oplossen, maar we willen wel dat onze bezoekers bezig zijn met vragen, vragen die ze zichzelf stellen.
Bedenksel 2
De practicus zal er inderdaad alles aan doen om de bezoekers te laten vertrekken met hun eigen vraag; niet om aan de practicus te stellen, maar aan zichzelf. De practicus stelt ook alleen maar vragen, als middel tot het doel, namelijk de bezoeker aan het vragen te krijgen.
Bedenksel 3
Prima; hoe verwarrender hoe beter. Was het niet Plato die Socrates laat zeggen dat het niet-weten de hoogste vorm van wijsheid is? Tenminste, volgens het orakel van Delphi dan. Alle zekerheden dienen te worden onderzocht op houdbaarheid. En als je echt wilt weten wat we precies doen, kom dan nog even terug voor een goede dialoog.
Bedenksel 4
We kunnen het met het eerste deel, dat vragen werken, eens zijn. Maar of het antwoord duurzaam is, dat betwijfelen filosofisch practici ten zeerste. Is het ook niet een wetenschappelijke houding om elk antwoord te betwijfelen? Ook op het gebied van het praktische leven is een vragende houding volgens ons te verkiezen. We denken dat je daar wijzer van wordt.
Bedenksel 5
We zullen je teleurstellen, Hugo, want we leren onze bezoekers te leven met de vraag. Opdat hij in gesprek zal blijven met zichzelf; twijfels en vooronderstellingen aan zichzelf voorlegt, ze koestert als parels, in de wetenschap dat juist het niet zoeken naar een antwoord tot dieper inzicht leidt. Opdat het ‘ken jezelf’ dichterbij komt.
Het plaatje van de optische illusie is een goede illustratie van wat wij doen. Dank je wel, Hugo. De figuur kun je van verschillende kanten bekijken. Het antwoord is niet relevant, want elke invalshoek verbaast.
Wat wordt de volgende vraag?
Een volgende keer reageren we graag op je plan om een filosofische kookpraktijk te beginnen.
Een hartelijke groet,
Anke, Vincent en Dick
Het verheugt mij dat Anke, Vincent en Dick mij hartelijk begroeten, en ik begroet hen gaarne terug.
Allereerst dank voor jullie gedegen reactie. Zo kunnen we verder! Jullie geven me veel stof tot nadenken en antwoorden. In eerste instantie geef ik alleen enkele korte reacties.
Ik begin met een verhaal uit de levensloop van Jan Piet Kuiper, destijds sociaal-geneeskundige aan de VU in Amsterdam. In 1972 vertelde die me het volgende. Hij was streng gereformeerd opgevoed en kreeg, toen hij in de jaren des onderscheids was gekomen, daar problemen mee. ‘Onlangs is me duidelijk geworden dat ons in de wereld waarin we leefden niet alleen de zekere antwoorden werden geleerd, maar ook de vragen´, vertelde hij ooit in een interview. ´Je vroeg zelf niets meer en er kwamen ook geen vragen meer bij je op. Daar moest ik aan denken toen ik las dat christenen tijdens een oecumenisch congres in Bombay op grote reclameborden hadden geschreven: Jesus Christ is the Answer en dat Indiase studenten daar de volgende dag onder hadden gezet: But what was the question?’ De confrontatie van Kuiper met de voor hem nieuwe vraag ‘wat is de vraag eigenlijk?’ veranderde zijn leven. In plaats van alsmaar ‘de rijtjes der vaderen’, de geijkte antwoorden op nooit hardop gestelde vragen, op te dreunen, ging hij zich afvragen wat hijzelf eigenlijk wilde weten.
Vraag (!) van mij: spreekt dit jullie aan?
‘Denken is ons doel’, schrijven jullie – maar weten jullie, weten WIJ eigenlijk wel, wat denken is? In zijn roman Der Mann ohne Eigenschaften, eerste helft vorige eeuw, vergelijkt Robert Musil de denkende mens met de bewegingen van een hond met een stok in zijn muil die probeert om door een deur te komen. Ik zal de passage in het boek opzoeken en kom erop terug.
En dan nu een enkele reactie op jullie commentaren op mijn bedenksels:
1. ‘Inderdaad …’: vragen, vragen … – wat IS een vraag eigenlijk? Op die vraag geeft de filosoof een heel duidelijk antwoord.
Een vraag is een zin die een onvolledig stuk kennis of een aanname tot uitdrukking brengt, waarop de persoon die de vraag stelt het antwoord, oftewel de uiteindelijke beslissing over de waarheid in het antwoord, verwacht te zullen krijgen, hetzij van een andere persoon hetzij doordat dit antwoord door hem zelf gevonden wordt. Het oordeelsproces dat hierbij optreedt is leeg (‘void’, zinloos) als dit proces niet leidt tot een antwoord op de vraag. [Vrije vertaling van Frage in Ritters Historisches Wörterbuch der Philosophie, lemma Frage: ‘Sie ist ein Satz, der eine unvollständige Erkenntnis (ontologisch) oder eine Annahme (logisch) zum Ausdruck bringt, deren abschließende Antwort oder Wahrheitsentscheidung der Fragende entweder von einer anderen Person, dem Gefragten, erwartet oder selbst herbeizuführen versucht. Daher leistet der Urteilsakt «nichts für die Erkenntnis, wenn er nicht auf eine Frage antwortet»].
Een vraag is dus per definitie altijd onder woorden gebracht, ‘in woorden gekleed’. WIE geeft de woorden aan de vraag die aan de orde is?
2. ‘… hun eigen vraag’. DAT herken ik. Ik heb mijn leven lang aan de universiteit gewerkt en daar altijd onderwijs gegeven aan de hand van de eigen vragen van studenten zelf.
Sinds bijna dertig jaar is dat onderwijs in de filosofie, en heet het ProbleemGestuurd Onderwijs. Vorige jaar is dat verschillende malen in De Ster aan de orde geweest, zie bijvoorbeeld
https://www.desteronline.nl/het-probleem-van-de-naam-aart-van-der-stel/
Als ik het goed begrijp, lijkt dat IN SOMMIGE OPZICHTEN best wel op wat jullie doen.
3. ‘… hoe verwarrender, hoe beter’: dat roept minstens twee vragen bij mij op:
(1) ‘Truth emerges more readily from error than from confusion’, leren wij van Francis Bacon (1620), Novum Organum, en ik ga – ging tot kort ervan uit – dat jullie naar waarheid streven en dat jullie je bezoekers in die richting willen begeleiden. Met de verleden tijd in de tussenzin ‘… ging er … van uit …’ verwijs ik stiekem naar een passage in een boek over Nietzsche van de meest geleden filosoof van de vorige eeuw, Rudolf Steiner (1861 – 1925). Steiner citeert Nietzsche: Der Wille zur Wahrheit, der uns noch zu manchem Wagnisse verführen wird, jene berühmte Wahrhaftigkeit, von der alle Philosophen bisher mit Ehrerbietung geredet haben: was für Fragen hat dieser Wille zur Wahrheit uns schon vorgelegt! Welche wunderlichen schlimmen fragwürdigen Fragen! Das ist bereits eine lange Geschichte – und doch scheint es, daß sie kaum eben angefangen hat. Was Wunder, wenn wir endlich auch mißtrauisch werden, die Geduld verlieren, uns ungeduldig umdrehn? Daß wir von dieser Sphinx auch unsrerseits das Fragen lernen? WER ist das eigentlich, der uns hier Fragen stellt? WAS in uns will eigentlich ‘zur Wahrheit’? – In der Tat, wir machten lange halt vor der Frage nach der Ursache dieses Willens -bis wir, zuletzt, vor einer noch gründlicheren Frage ganz und gar stehen blieben. Wir fragten nach dem Werte dieses Willens. GESETZT, WIR WOLLEN WAHRHEIT: WARUM NICHT LIEBER UNWAHRHEIT?», en Steiner geeft als commentaar ‘Das ist ein Gedanke von kaum zu überbietender Kühnheit.’ Oftewel: wat willen jullie: verwarring of waarheid?
(2) Verworrenheit (griech. σύγχυσις; lat. confusio; engl. confusion; frz. Confusion) is een lemma in het historische woordenboek van de filosofie van Ritter. Kennen jullie dat?
4. ‘… of het antwoord duurzaam is …’
‘Duurzaam, duurzaam, duurzaam – en nu wil ik dat woord nooit meer horen. Duurzaam is het spookwoord van de groene gekte’, schreef Jaffe Vink in 2009. Wat zou Jan Rotmans hiervan zeggen? https://www.desteronline.nl/filosofie-en-kanselpreek/
En vooral: wat zeggen jullie hiervan?
5. ‘We zullen je teleurstellen …’, schrijven jullie haast als quintessens.
Nee hoor! “Jedes Reale hat überhaupt als Erfahrbares sein allgemeines ‹Apriori›» als den «invarianten Spielraum» vorbekannter offener Möglichkeiten, deren bestimmte antizipatorische «Vorzeichnung» im explizierenden Fortschritt vorprädikativer Erfahrung und prädikativer Bestimmung zur «Erfüllung» oder zur «Enttäuschung» kommen kann”, heb ik lang geleden geleerd bij Husserl …
… en Husserl is een filosoof die door zijn kernbegrip ‘Lebenswelt’ nauw aansluit bij wat jullie willen, toch?
‘Wat wordt de volgende vraag?’, concluderen jullie. Ik stel voor: ‘Wat mij betreft houden we contact. Is dat wederzijds?’