De vorige week werd was een week van tegenstellingen. Of juist niet, aan u om te beoordelen. In het begin van die week namelijk, word ik meegezogen in een gesprek over de sluiting van een aantal bejaardentehuizen. Buiten onze gemeente overigens. Niet vanwege de bezuinigingen dit keer, maar omdat er minder aanmeldingen zijn. Mensen willen liever oud worden in hun eigen huis. Nu we het toch over bezuinigingen hebben: Ik heb het gevoel, dat die een nieuwe functie hebben gekregen.

Waren in de jaren 90 de allochtonen de bron van alle kwaad, was 10 jaar geleden Europa de gesel van de Nederlandse samenleving, nu wordt de naderende apocalyps opgehangen aan het woord bezuinigingen. Bezuinigingen en duurzaamheid: voilà de nieuwe tijd. Maar goed, het sluiten van bejaardentehuizen had daar dus niets mee te maken. Maar kunnen mensen wel blijven wonen in de huizen waarin ze 80 jaar hebben gewoond? Nee dus, er moet gebouwd worden. Levensloopbestendige woningen, die moeten er komen. En veel. Leve de bouw (1). Ook raakte ik in gesprek over de behoefte aan woningen gedurende de studie voor onze studenten. Ook daar moet voor gebouwd worden. Kamers die per 4 jaar verhuurd worden: een studentenhotel dus. Ook daar moet voor gebouwd worden. Leve de bouw (2). En dat vind ik nu leuk. Bouwen voor ouderen en voor jongeren. En wie moet die woningen bouwen: wij, werkenden die niet oud genoeg zijn voor het einde en de jeugd al achter de rug hebben. Dus zijn we nu toch weer allemaal nodig voor de tweede opbouw voor het land. Jong, midden en oud. Een mooie herfstgedachte toch?

Maar nu de uitvoering. Kan dat allemaal? Is er genoeg plaats voor nieuwe woningen en nieuwe hotels? Als we willen wel. Tropicana is dicht, plaats voor woningen! Mooi aan de Maas, veilig, niet te hoog, goed met de auto bereikbaar. Of op een metrostation, voor de mensen die liever met het openbaar vervoer gaan. Gerdesia, Voorschoterlaan. Plek genoeg dunkt me: aan de slag dus, wie pakt het op? Wij of de nieuwe werkenden? De allochtonen, de Polen en de Bulgaren?

Eduard Schuringa