Vorige week donderdag vond op het Marten Toonderplein de traditionele ‘Bommeldag’ plaats [zie desteronline.nl/marten-toonder-rotterdam-2-mei-1912-laren-27-juli-2005]. Dat is de jaarlijkse feestdag waarop Rotterdammers herdenken dat de ‘Bommelsaga’ steeds uitdrukkelijker de status krijgt van een mythe: een verhaal in beeldentaal een waarheid wordt onthuld die te groot, te zwaar, te authentiek, soms ook te bedreigend is om in een ‘gewone’ recht-toe-recht-aan lopende tekst te worden meegedeeld: desteronline.nl/lastpak-verheft-bommelsaga-tot-mythe

Ik had erbij willen en zullen zijn; irrelevante omstandigheden hebben dit verhinderd. Ik maak hier iets goed van mijn afwezigheid door iets te vertellen over mijn favoriete verhaal. Dat is Heer Bommel en de pronen. Het verscheen van 24 november 1973 tot 11 maart 1974 in de NRC. Inhoudelijk/’filosofisch’ is zijn thema volgens Wikipedia ‘Kwantiteit verdunt kwaliteit’, maar er is veel meer dat aandacht verdient.

Magister Hokus Pas heeft het recept gevonden om een nieuwe, aanhankelijke en leergierige levensvorm te brouwen. Hij noemt die ‘pronen’. Het zijn minuscule wezentjes met hersenen ter grootte van een erwt en met namen die alleen uit medeklinkers bestaan: Prtl, Mpf, Vsh etc. ze klinken zelf dus niet. Ze ontstaan en vergaan aan de lopende band, maar in de korte tijd dat ze actief zijn, ontwrichten ze Rommeldam met wezenloos gezwets over inspraak en aanverwante thema’s die in die tijd veelvuldig in de media figureerden. [Dat is intussen dus bijna een halve eeuw geleden. Ik

wend mij even terzijde, kijk in mijn verbeelding naar mijn generatiegenoten en vraag hen ‘Herinneren jullie je dat ook?’ Overigens zit in ‘De pronen’ ook veel verborgen dat nu actueel is. ‘Doctorandus Zielknijper is in zijn nopjes. Hij is blij dat de pronen bestaan. Hij gaat ze als deskundige begeleiden in hun veranderingsproces’. En burgemeester Dickerdack ontdekt dat de pronen niet staan ingeschreven in het bevolkingsregister en eist hierop deportatie over de stadsgrens. Er zijn te veel vreemdelingen zonder papieren in de stad. (Ik ontleen dit aan de samenvatting van het verhaal die Wikipedia geeft en die ik hierbij van harte ter lezing aanbeveel)].

Maar de ware reden voor mijn bijzondere voorkeur voor ‘De pronen’ ligt inde letter S die in hun naam ontbreekt. De creaturen die Hokus Pas gewrocht heeft, zijn ‘P hier ontbreekt de letter e maar die is taalkundig overbodig] R (S) O N E N, pseudo-personen zonder ruggegraat. Ze ontwrichten de situatie in Rommeldam doordat ze louter als karikatuur imiteren en herhalen wat hun wordt voorgezet. De letter S, in de esoteriek het symbool van de ruggegraat en dus van de oprechte gang van de mens, ontbreekt.

Tekst loopt door onder de foto

Marten Toonder tekende en schreef, onder meer, de Heer Bommel en Tom Poes strips. Te zijner ere werd in 2002 het standbeeld ‘Ode aan Marten Toonder’ opgericht, op het Binnenrotteplein in Rotterdam, nabij de Markthal. Daarnaast Kralinger Manuel Kneepens, dichter, publicist, politicus en jurist-criminoloog. Foto: Henny van de Schraaf

Heel bijzonder is ook het moment waarin Heer Bommel een authentieke Nabij de Dood Ervaring heeft en zijn levenspanorama meemaakt. Aan het einde van zijn avontuur is hij samen met de trouwe bediende Joost opgesloten in een kelder die langzaam volloopt met water, en dan gebeurt het. ‘”Straks staat het water tot onze lippen”, prevelde heer Ollie met zwakke stem. “Mijn hele leven passeert aan mijn geestesoog”‘.

Volgende week kom ik er op de site op terug.

Hugo Verbrugh