Vorige week schreef ik in De Ster over de pronen. Het was een vrolijk stukje, helemaal in de stijl van de Bommelsaga en het geluksgevoel dat ons, Rotterdammers, op 2 mei altijd bevangt als we voor één dag ons even Rommeldammers voelen als u begrijpt wat ik bedoel.

Algemeen leidmotief in mijn stukje was dat de ‘Bommelsaga’ steeds uitdrukkelijker de status krijgt van een mythe: een verhaal in beeldentaal waarin een waarheid wordt onthuld die te groot, te zwaar, te authentiek, soms ook te bedreigend is om in een ‘gewone’ recht-toe-recht-aan tekst te worden meegedeeld. Ook daar heb ik eerder over geschreven: desteronline.nl/lastpak-verheft-bommelsaga-tot-mythe.

Op  ‘De Pronen’ als een stuk mythologie ga ik vandaag door. Ik sla een heel andere weg in dan vorige week, en het wordt uitdrukkelijk geen vrolijk stukje. Maar wat wil men: het genre ‘mythe’ bestrijkt alles wat ‘des mensen’ is, dus ook ook horror, terreur en erger horen erbij.

Een auteur, wiens naam ik me niet herinner, heeft ooit een hoogst origineel algemeen verhaal verteld over hoe mythen ontstonden. De theoretische natuurkunde en de theologische kosmologie komen hierin samen; het begint zoals sprookjes beginnen: ‘Er was eens niets, en toen kwam de oerknal resp, scheidden de goede goden hemel en aarde en sindsdien klinkt als een soort  hemelse oermuziek, de akoestisch niet hoorbare maar wiskundig absoluut reële zogenoemde ‘harmonie der sferen’. Over wat daarna gebeurde heb ik ruim twee maanden geleden al in De Ster geschreven. Lees of herlees: desteronline.nl/limenologische-uitelkanderzettingen – en het VOORLOPIGE einde is dat wij dóórgaan met elkaar op de draaggolf van die echo’s verhalen te vertellen, dóór te vertellen, mooier te maken, aan te passen aan de veranderende werkelijkheid, enzovoort.

En één van die verhalen heet ‘Swastika’. Dat is de officiële naam voor wat wij kennen als het hakenkruis. Maar het gebruik van dit beeld door de aanhangers van Hitler is een perversie. Het beeld is vele millennia ouder. Ik kopieer van Wikipedia: ‘De oudste swastika’s zijn gevonden bij de vroege bewoners van het  Euraziatische continent, maar ze werden wellicht onafhankelijk daarvan gebruikt door de indianen van Amerika. In India wordt de swastika nog altijd gebruikt bij spirituele en civiele ceremoniële gelegenheden. … De swastika is ook een van de symbolen die voorkomen op afbeeldingen van de voet van Boeddha. …’

Wat Wikipedia niet vermeldt, is dat de swastika als gestyleerde letter S het beeld is voor de menselijke ruggegraat, en daardoor voor de rechtop gaande gang van de mens en voor de autonomie van deze mens die kan zeggen: ‘Ik kan spreken en rechtop lopen’. De vloeiende lijnen van de swastika in het plaatje geven dat aan. De onnatuurlijke rechte hoeken die de nazi’s aan hun symbool gaven, duidt aan hoe de zogenaamde edelgermanen zich moesten gedragen als machinale onderdelen van de de nazistische Volksgemeinschaft die juist helemaal geen autonomie hadden.

Een wonderlijk toeval maakte dat in Trouw van 5 mei in een totaal andere samenhang iets daarvan even oplichtte. Janita Monna schrijft daar over een gedicht van Roelof ten Napel. Die schrijft ‘in secure regels, ingehouden en strak … Kaal en tegelijk doorvoeld toont hij het wankelen van iemand die zijn weg zoekt, die omkijkt als Lot en tegelijk vooruit wil zien. Hij durft kwetsbaar te zijn, “… langzaam breekt je /  ruggengraat, je geschiedenis / een unheimische knik – …”’. Het woedeboek, Hollands Diep; 80 blz. € 19,99.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.