Op dinsdagavond begin ik aan mijn column. Er is toch veel dat afleidt van de plicht. Dat is aan het begin van de week de column klaar te hebben. De laptop staat naast mij met muziek van W.A. Mozart. Dat is zulke vrolijk muziek dat men er goed bij kan werken. Ik lees 2 Franse boeken. Eén ervan op mijn kamer en de ander op de groep. Daar drinken wij zwijgend koffie. Dat is tijd die nuttig gemaakt kan worden door te lezen. Nu moet ik weer even kijken naar de koning en de koningin die Drenthe en Groningen bezoeken.

Na dat gezien te hebben ga ik verder aan mijn column. In NRC/Handelsblad zijn wel 6 columns en heel degelijk. Vooral geniet ik van de columns van Frits Abrahams. Die zijn heel degelijk en behandelen één onderwerp. Dat is iets wat ik soms probeer. Als men de NRC leest zoals ik doe, zijn er talloze onderwerpen maar alleen niet voor mij. Nu is er een pianoconcert van Mozart. Mijn bed ligt al open. De tijd gaat snel en voordat ik het weet staat de zuster met de pillen klaar en dan duik ik in mijn bed. Ik heb een deel van Joris Boddaerts Rotterdamse Cafés. Toen ik in Rotterdam woonde ging ik naar het Schouwtje in de Witte de Withstraat. Dat was een gezellig café. In Sneek waar ik woon ken ik geen enkel café.

Niet dat ik geen behoefte heb aan soms een biertje. Dat vergeet ik dan maar. Ik moet naar de bank om geld op te nemen. Wij gaan namelijk begin juni een boottocht maken. Op 3 juni moet er betaald worden. Ik heb de armoede van 25 euro en de kosten zijn 28 euro. Hoe ik dat doe in mijn rolstoel zie ik nog niet helemaal. De rolstoel is prettig en ik ga er in de ochtend mee naar de groep. Voor op straat lijkt de rolstoel iets te primitief. Nu speelt er een symfonie van Mozart. Heel aantrekkelijk. Het einde van het papier nadert en ik zal maar mijn handtekening zetten.

Robin Adèr