‘Als je wilt weten wat de mens is, dat zegt hem alleen de geschiedenis’.

De aanhalingstekens om de woorden hierboven zijn een beetje misleidend. Ze suggereren dat die zin een klassieke gezaghebbende uitspraak is. Maar dat zeggen deze veertien woorden alleen naar de geest, niet naar de letter. De zin is een one-liner, en hij komt uit de Duitse filosofie – van Wilhelm Dilthey (1833-1911). Letterlijk staat er: “Was der Mensch sei, sagt ihm nur die Geschichte”: Wat de mens zij, zegt hem alleen de geschiedenis.

Ik heb de woordjes ‘sei‘ en ‘zij’ geaccentueerd en onderstreept omdat de vorm van dit woord de zogeheten ‘aanvoegende wijs’ (in het Latijn de ‘coniunctivus’) is. Die vorm gebruiken wij in het Nederlands vrijwel alleen in vaste vaste standaarduitdrukkingen: ‘Het ga u goed’, ‘Dat zij dan zo’. Het Duits is hier rijker. Als een zin begint met een werkwoordsvorm in de aanvoegende wijs, geeft dat aan dat de zin een antwoord geeft op een vooraf gestelde, maar niet letterlijk expliciet weergegeven vraag. Lekker subtiel, toch?

Deze aanhef is bedoeld als inleiding bij mijn stukje van deze week. Dat gaat over het proefschrift dat promovenda Irène Alders (61) dinsdag 24 januari met succes verdedigde in de Radboud

Illustratie: Wilhelm Dilthey. Van Wikimedia Commons.

Universiteit Nijmegen.

Uit het Nederlands Dagblad van 24 januari haal ik: ‘Promovenda Irène Alders onderzocht het fenomeen “patiëntcoach”. Toen haar ouders op leeftijd waren, bezochten ze verschillende medisch specialisten. Dochter Irène Alders ging met ze mee. ‘Bij de uroloog klonk voor mijn vader het advies meer te drinken, terwijl de cardioloog het afraadde. Wat moet je dan? Als patiënt ben je de enige die dit soort tegenstrijdigheden opvalt, of niet. Je mag blij zijn als er iemand is die meeluistert’, vertelt Alders.

Het zette haar aan het denken over een coach die een patiënt bij een consult met een specialist terzijde kan staan. Zelf had ze ook ervaren dat communicatie met medisch specialisten ‘niet altijd optimaal’ verloopt. ‘Patiënten moeten kunnen meepraten over beslissingen die over hun behandeling worden genomen. Je moet echter maar net in staat zijn daartoe. Een coach kan je helpen om doelgericht vragen te stellen bij de specialist, ‘zeker als je gespannen bent’.

Van de ruim vier miljoen Nederlanders die jaarlijks een medisch specialist bezoeken, kan 1 op de 6 een persoonlijke coach gebruiken, weet Irène Alders. Wie zijn deze patiënten en aan welke eisen zou zo’n patiëntcoach moeten voldoen?

Ik heb het proefschrift niet in cyberspace gevonden, maar daar verdient het best een plaats te krijgen. Als ik het daar vind en dan gelezen zal hebben, zal ik er hier op terugkomen.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.