Als iemand mij vraagt ‘hoe gaat het met je?’, antwoord ik sinds enkele jaren steevast ‘Wisselend’. Meestal kijkt de ander me dan met een veelzeggende blik aan en wacht. ‘Dat moet je uitleggen’, hoor ik in mijn verbeelding van de andere kant. ‘Ik bedoel het letterlijk’, ga ik verder. ‘Alles in het leven gaat ritmisch. Dat heb ik een jaar of wat geleden ontdekt, en dàt bedoel ik eigenlijk als ik zeg “wisselend”. Althans: ik probéér ritmisch te leven. Het resultaat is wisselvallig. Zodoende’. Meestal waaiert het gesprek na die laatste dooddoener allerlei andere kanten uit. Een week geleden gebeurde het weer eens, maar toen kreeg het gesprek een andere wending. De ander reageerde als gebeten door de adder die in zulke situaties vaak opeens ten tonele verschijnt en vroeg gebiedend: ‘En als ik je nou vraag welk woord het eerste bij je opkomt als ik je vraag hoe het NU met je gaat?’ De toon waarop de ander dat vroeg, dééd het ‘m. ‘Verzuim’, flapte ik eruit. Dat éne woord was, ‘homerisch’ gezegd, ontsnapt aan de omheining van mijn tanden voordat ik wist wat ik deed. Het werkte! Nú was de ander wel stil op de manier waarop de anderen meestal stil zijn.

‘Verzuim …’, herhaalde ik, nu stilletjes voor mezelf … . ‘Ik zou dat nooit zo hard hebben durven zeggen als je ’t me niet gevraagd had. Maar nu heb je het op mijn agenda gezet. Ik moet er iets aan doen … ‘ … en nu reikt het toeval mij aan wat ik moet doen. Vorige week zondag, de laatste dag van de Twaalf Heilige Etmalen, overleed onze buurman en vriend Sjoerd Eikelboom. Het was niet onverwacht; hij was trouwens even oud als. Toch kwam het als een schok. Bijna 40 jaar hebben wij perfect contact gehad – persoonlijk, filosofisch-inhoudelijk en anderszins. Een hoogtepunt uit de begintijd was 10 april 1986. Die dag promoveerde hij cum laude aan de EUR op ‘De industriële paradox, toenemende industrialisatie en afnemend welzijn’. Daar heb ik op gepaste afstand – ik heb hoegenaamd geen verstand van economie – met meegeleefd. Na die promotie ging dat nog een tijdje door toen hij een populaire versie van dat proefschrift maakte waarin ik hem een beetje bijstond: ‘Jan Modaal in wonderland’ (VBK Media, bij bol.com acuut leverbaar voor 10 euro). Ook daarna zagen en spraken wij elkaar veel. En nu was hij er opeens niet meer.

Tekst loopt door onder de afbeelding

De volgende dag begon mij een verzuim te dagen. Bij mijn oude boeken vond ik ‘De industriële paradox’, met daarin nog wat oude brieven en andere documenten uit die tijd (‘Jan Modaal’ heb ik ooit gehad, maar dat boek kan ik nu niet meer vinden). Ik begon daarin te lezen en kreeg een volgende schok. Hier was een genie aan het woord – naar we nù, bijna 35 jaar na dato, kunnen vaststellen, een ten onrechte zwaar miskend genie. Sjoerd blijkt – voor zover ik dat met mijn minimale kennis durf te stellen – een van de leidmotieven van de huidige economie met sublieme deskundigheid voorspeld te hebben. Bij mijn weten heeft niemand dat erkend.

Mijn eerste Voornemen 2020 is evident. In een van de volgende nummers van De Ster ga ik mijn stelling uitwerken.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.