Vorige maand schreef ik twee keer over mens, kind en spel. Dat is echt een verhaal zonder einde. Deze week borduur ik erop voort. Ik haal vooral veel uit twee artikelen die onlangs in NRC Handelsblad verschenen zijn.

Nutteloos, al dat onderwijs voor de allerkleinsten: ‘Aandacht voor taal en rekenen is bij peuters en kleuters verloren moeite. Verstoor vooral hun vrije spel niet met allerlei toetsen. En licht ouders daarover beter voor’, haal ik uit een opinie-stuk van Eugénie de Bresser in de krant van 13 augustus.

‘Als directeur/eigenaar van een kinderopvangorganisatie ervaar ik een toenemende druk om de opvang van mijn peuters en kleuters in te richten als onderwijs. In de educatieve programma’s die wij hanteren als basis voor ons dagelijks pedagogisch handelen sluipen steeds meer ‘onderwijsachtige’ elementen. Die leggen vooral een sterkere nadruk op cognitieve leerdoelen zoals rekenen en taal, met vaste termijnen waarin die leerdoelen behaald moeten zijn en een bijbehorende periodieke toetsing. Naar mijn mening zijn de risico’s hier groter dan veel politici en bestuurders denken en dan veel ouders zich realiseren. Ik wil dat laten zien vanuit de voortschrijdende inzichten uit de ontwikkelingspsychologie en de neurowetenschap.

Educatie van peuters en kleuters is een complex vraagstuk. Vooral omdat wij nog niet goed in staat zijn om precies aan te geven hoe het brein zich ontwikkelt en hoe (kleine) kinderen leren. De keuzes die wij als opvoeders hierbij maken zijn echter niet vrijblijvend. Met een verkeerde aanpak bereiken we namelijk niet alleen “geen effect”, maar kunnen we het leren ook verstoren en daarmee dus een negatief effect bereiken. De grootste risico’s van “kinderopvang als onderwijs” zitten naar mijn mening in twee aspecten: het accent op de cognitieve vaardigheden zoals rekenen en taal en de toenemende vraag om de toetsing daarvan. Onderwijsprogramma’s zijn per definitie gericht op cognitieve vaardigheden als taal en rekenen. Het kinderbrein moet hier echter wel aan toe zijn. Volgens neurowetenschappers is dit bij peuters en kleuters nog niet het geval. Verloren moeite dus…. Maar waar is het peuter- of kleuterbrein dan wel aan toe? Daarover ontstaat vanuit de wetenschap steeds meer duidelijkheid. Op die leeftijd is het kind namelijk vooral ontvankelijk voor het leren van zogenoemde executieve vaardigheden. Dat zijn vaardigheden zoals concentreren, vasthouden van aandacht, plannen en het weerstaan van verleidingen. In de dagelijkse praktijk worden ze vaak samengevat als “zelfsturing”‘.

Tot zover Egénie de Bresser. Een paar dagen later kreeg ze steun van Agali Mert. Die reageerde op het veelgelezen artikel over onderwijs voor kleintjes met ‘Spelen is meer dan alleen maar een leuk tijdverdrijf’.

Ik citeer één passage:

‘Interessant genoeg lijkt ook het toetsen van kinderen op een spel, want door kinderen te toetsen introduceer je namelijk automatisch een ranglijst. En dat wil zeggen dat er een organisatie, afdeling of iemand de beste zal zijn. Onze samenleving is doordrenkt van competitieve elementen. De gedachte is, net als in de economie, dat een vorm van competitie het beste in de mensen naar boven zal halen en uiteindelijk heilzaam voor de samenleving zal zijn. Waar komt die behoefte vandaan dat we dit ook met de kleinsten in de samenleving willen? Hebben we zo weinig vertrouwen in onze kinderen dat ze zich niet goed kunnen ontwikkelen als we niet meteen beginnen met toetsen?
Dat het ook anders kan en andere keuzes fantastische resultaten kunnen opleveren, laat het verhaal zien van Sugata Mitra, een Indiase onderwijskundige. Om Indiase kinderen uit de sloppenwijken met computers te leren omgaan en Engels te leren, maakte hij een gat in een muur en plaatste er een computer met internetverbinding, beeldscherm, muis en toetsenbord in. De kinderen konden vrij de computer en de mogelijkheden ervan ontdekken. Zonder ook maar één leraar Engels of een IT-specialist, lukte het deze kinderen om binnen enkele maanden zowel het Engels als het gebruik van de computer onder de knie te krijgen. Zijn video’s op YouTube zijn hartverwarmend.’

En ik geef als mijn eigen conclusie: leven is de kunst om je weg te vinden tussen de harde werkelijkheid die we vooral door wegen, meten, tellen en statistiek meer of minder leren beheersen, en onze vrije wil die we in onze contreien vooral dank zij Erasmus leren kennen, waarderen en gebruiken.

Hugo Verbrugh

Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]