‘Onverklaarbare zaken’ in de Libelle – derde aflevering: nalatigheidszonde?

Vorige week schreef ik hier over filosoof en parapsycholoog professor dr. Hans Gerding, emeritus bijzonder hoogleraar Metafysica IN DE GEEST VAN DE THEOSOFIE aan het Instituut voor Wijsbegeerte van de Universiteit Leiden; de reden waarom ik ‘in de geest van de theosofie’ hier met hoofdletters schrijf, kunt nalezen in de vorige aflevering: desteronline.nl/onverklaarbare-zaken-libelle-tweede-aflevering

Hier borduur ik erop voort. “Het lijkt erop dat wij mensen allerlei sluimerende vermogens hebben, die we niet gebruiken”, was een van de laatste zinnen die ik vorige week citeerde. “Persoonlijk vind ik het zonde als we die helemaal negeren.”

Verderop komt hij te spreken over het zogenoemde ‘déjà vu’. Ik citeer weer:

“Wat is een déjà vu? We kennen het allemaal: plotseling worden we overvallen door een gevoel dat je dit moment al eens eerder hebt meegemaakt. Maar nee, natuurlijk is dat niet zo. Of misschien

Het beeld [Franz Marc, Kämpfende Formen, 1914) op het boek waarvan de omslag dit stukje illustreert, is een soort vervolg op een eerder boek over hetzelfde onderwerp. Dat is verschenen in 2005, de auteur, Michiel Haas, is een hoog gekwalificeerde, internationaal gerespecteerde architect en ingenieur met een imposante staat van dienst inzake duurzaamheid en daaromtrent. Tevens was hij tot 4 februari voorzitter van de Stichting Proklos die de leerstoel beheerde waarop de hoofdpersoon van deze stukjes tot die datum metafysica in de geest van de theosofie onderwees. Sindsdien zijn leerstoel en Stichting Proklos in een spookverhaal opgelost:

Het beeld [Franz Marc, Kämpfende Formen, 1914) op het boek waarvan de omslag dit stukje illustreert, is een soort vervolg op een eerder boek over hetzelfde onderwerp. Dat is verschenen in 2005, de auteur, Michiel Haas, is een hoog gekwalificeerde, internationaal gerespecteerde architect en ingenieur met een imposante staat van dienst inzake duurzaamheid en daaromtrent. Tevens was hij tot 4 februari voorzitter van de Stichting Proklos die de leerstoel beheerde waarop de hoofdpersoon van deze stukjes tot die datum metafysica in de geest van de theosofie onderwees. Sindsdien zijn leerstoel en Stichting Proklos in een spookverhaal opgelost:

toch wel? Vanuit de niet-wetenschappelijke hoek zijn er verschillende verklaringen voor een déjà vu (Frans voor ‘ik heb het al eens gezien’). Wanneer een gebeurtenis uit een droom vervolgens daadwerkelijk plaatsvindt, kan dat als déjà vu worden ervaren. Alternatieve verklaringen zijn dat déjà-vu-beelden een teken zijn uit een andere wereld, herinneringen uit een vroeger bestaan, reïncarnatie of uittreding. Kortom: een verschijnsel van buitenzintuiglijke waarneming. De wetenschappelijke verklaring is een stuk nuchterder: in de neurologie noemen ze het simpelweg ‘kortsluiting’ in de hersenen. Normaal gesproken wordt een beeld vanuit de ogen naar een plek in de hersenen gebracht waar de mens er zich bewust van wordt, daarna wordt dit beeld opgeslagen in de hersenen. Bij een déjà vu denken ze dat er een kortsluiting ontstaat waardoor het beeld eerst in de hersenen wordt opgeslagen voordat de hersenen zich bewust worden van het beeld. Maar ook dit is niet zeker.”

Helaas voor Hans Gerding, maar deze voorstelling van zaken is in de reguliere wetenschap achterhaald. Woorden als ‘… een beeld wordt vanuit de ogen naar een plek in de hersenen gebracht … (en daar) opgeslagen’ werden in de vorige eeuw nog gebruikt, maar geven veel te mechanistisch gedachte voorstellingen weer. En de notie van ‘opslaan’ van ‘beelden’ is absoluut strijdig met de eigentijdse inzichten dat in het zenuwstelsel één onafgebroken beweging is.

Een van de redenen waarom dit een pijnlijke vergissing is voor Hans Gerding is dat hij als hoogleraar metafysica in de geest van de theosofie had kunnen en moeten weten dat Rudolf Steiner dit al meer dan een eeuw geleden, destijds werkend binnen de theosofische beweging, al ontdekt had dat dit verhaal niet kan kloppen. Wat mijzelf betreft ga ik het steeds sterker als een nalatigheidszonde beschouwen als ik er niet in slaag de gangbare misleidende voorstelling van zaken in het publieke debat te corrigeren.

Hugo Verbrugh

Bijbehorende link van de afbeelding: desteronline.nl/spookverhalen-1-mobieltjes-en-hun-straling

Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
[wysija_form id=”1″]